What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
L'adverbe
Bonjour tout le monde
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bonjour tout le monde
Slide 1 - Slide
Le programme
- Uitleg :
bijwoord = l'Adverbe
- faire et corriger les exercices jusqu'à 11
Slide 2 - Slide
Wat doet een bijwoord in de zin?
Slide 3 - Mind map
L'adverbe/Bijwoord
L'adverbe
zegt iets over de manier waarop iets gebeurt of gedaan wordt . Een bijwoord geeft meer informatie over:
Een werkwoord:
Il
crie
fort -
Hij
shreeuwt
hard.
Een bijvoeglijk naamwoord: -
Ma tante est
très
gentille
-
Mijn tante
is
heel
aardig.
Een bijwoord: -
Nous marchons
très
lentement
.
- Wij lopen
heel langzaam.
Hele zin:
heureusement,
il a bien fait son travail.
-
Gelukkig,
heeft hij zijn werk goed gedaan.
Slide 4 - Slide
Onveranderlijk !
Het bijwoord verandert niet!
Exemples:
Elle répond
poliment
aux questions du professeur.
Il répond
poliment
aux questions du professeur.
Nous répondons
poliment
aux questions du professeur.
Vous répondez
poliment
aux questions du professeur.
Slide 5 - Slide
Het bijwoord geeft info over ...
Slide 6 - Slide
Regelmatige vormen
Een bijwoord maak je meestal door -
ment
achter het bijvoeglijk naamwoord te zetten.
Slide 7 - Slide
1. Bijvoegelijk n eindigend op klinker
Eindigt de mannelijk vorm met een klinker dan zet je-
ment
achter .
Exemples:
Vra
i
-> vrai
ment
Pol
i
-> poli
ment
Absol
u
-> absolu
ment
Décid
é
-> décidé
ment
Slide 8 - Slide
2. Bijvoeglijk n. eindigend met een medeklinker
Gebruik dan de vrouwlijk vorm van het bijvoeglijk naamwoord en zet je -
MENT
achter .
Exemples:
Masculin: long ->
féminin: longue ->
bijwoord
: longuement
Masc
ulin: clair ->
féminin: claire ->
bijwoord: clairement
Masculin: attentif ->
fé
minin: attentive ->
bijwoord: attentivement
Masculin: public ->
féminin: publique ->
bijwoord: publiquement
Masculin: léger ->
féminin: légère ->
bijwoord:
légèrement
Slide 9 - Slide
3. Bijvoeglijk nmw eindigend op
-ant
&
-ent
Zet je dan :
- emment et -amment
Méch
ant
-> méch
amment
Étonn
ant
-> étonn
amment
Const
ant
-> const
amment
Évid
ent
-> évid
emment
Différ
ent
-> différ
emment
Intellig
ent
-> intellig
emment
UITZONDERING:
Lent -> lentement
Slide 10 - Slide
Uitzonderingen
De volgende bijvoeglijke naamwoorden hebben een onrtegelmatige vorm voor het bijwoord:
Bon ->
Mauvais ->
Meilleur ->
Moindre ->
Bref ->
Gentil ->
Grave ->
Énorme ->
Profond ->
Slide 11 - Slide
Uitzonderingen
Bon -> bien = goed
Mauvais -> mal = slecht
Meilleur -> mieux = beter
Moindre -> moins = minder
Bref -> brièvement = kort
Gentil -> gentiment = aardig/ vriendelijk
Grave -> grièvement = erg
Énorme -> énormément = enorm
Profond -> profondément = diep
Slide 12 - Slide
Invariable
Slide 13 - Slide
Un adverbe complète (voegt iets toe aan):
A
Un verbe
B
Un adverbe
C
Un adjectif
D
Les trois
Slide 14 - Quiz
bijv. nmw. op -ENT eindigt als bijwoord met:
(bijv.: violent)
A
-emment
B
amment
C
-ment
D
onveranderlijk
Slide 15 - Quiz
Bijv. nmw. op -ANT eindigt als bijwoord met:
(bijv.: méchant)
A
-emment
B
-amment
C
-ment
D
invariable
Slide 16 - Quiz
In het algemeen eindigen een bijwoord op:
A
-emment
B
-amment
C
-ment
D
onveranderlijk
Slide 17 - Quiz
Een bijv.nmw eindigend op een klinker krijgt als bijwoord par:
A
-emment
B
-amment
C
-ment
D
onveranderlijk
Slide 18 - Quiz
Het bijwoord verandert volgens gender en aantal.
A
Vrai
B
Faux
Slide 19 - Quiz
Bijwoord
A
bien
B
bon
Slide 20 - Quiz
Bijwoord
A
mauvais
B
mal
Slide 21 - Quiz
Bijwoord
A
mieux
B
meilleur
Slide 22 - Quiz
Bijwoord
A
moins
B
moindre
Slide 23 - Quiz
J'ai ... dormi cette nuit.
A
mauvais
B
moins
C
moindre
D
mal
Slide 24 - Quiz
Laura a ... réussi son année.
A
facile
B
facilemant
C
facilement
D
facilemment
Slide 25 - Quiz
Hussein Bolt court ...
A
rapidemant
B
rapide
C
rapidement
D
rapidément
Slide 26 - Quiz
Je mange mon dessert ...
A
propre
B
propremmant
C
propremment
D
proprement
Slide 27 - Quiz
La Ferrari roule ... vite
A
très
B
beaucoup
C
trop
D
peu
Slide 28 - Quiz
Vous allez devoir parler ..., le bébé dort.
A
douce
B
doucemant
C
doucement
D
doucemment
Slide 29 - Quiz
Je me sens ... avec ma famille.
A
bon
B
bien
C
bonnement
Slide 30 - Quiz
Tu ferais ... de rester
A
mieux
B
meilleur
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Video
More lessons like this
L'adverbe
November 2022
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
Ho 2 grammaire A; Adverbe
23 days ago
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
L'adverbe
October 2023
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
4VWO Chapitre 2 A l'adverbe
November 2024
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
L'adverbe
January 2023
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
L'adverbe
November 2022
- Lesson with
41 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
L'adverbe
November 2024
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4V extra oefeningen L'adverbe
December 2023
- Lesson with
44 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4