4.3 Consumeren of consuminderen?

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Planning

• Quiz over 4.2
• Uitleg 
• Filmpje
• Aan het werk

Herhaling 4.2

Wat is geen fossiele brandstof?

1. steenkool
2. aardgas
3. aardolie
4. benzine

Noem 2 voorbeelden van duurzame energie.

Planten hebben voedingsstoffen nodig, deze halen zij niet uit...

1. de bodem
2. dierlijke mest
3. steenkool
4. kunstmest

Noem 1 voorbeeld om landbouw duurzamer te maken.

Dit is een goed voorbeeld van duurzame landbouw

1. juist
2. onjuist

Welk begrip past bij deze afbeelding?

Dit is een goed voorbeeld van duurzame landbouw

1. juist
2. onjuist

4.3 Consumeren of consuminderen?

Dit filmpje is een voorbeeld van consuminderen

1. Ja
2. Nee
3. Best wel een beetje

Wat is Consumeren?

Consumeren = 

het kopen en gebruiken van goederen en diensten

door consument

Levensduur van spullen 

De levensduur van veel producten is niet zo groot. 

Stuk of niet stuk, we gooien veel weg.

Electronica

Textiel

Antwoord:

-Doorverkopen: via marktplaats, tweedehands winkels, etc..

-weggeven/doneren. 

Wat zou je zelf kunnen doen om een werkend product een tweede leven te geven?

Levensduur van spullen 

Vraag: Wat zou je zelf kunnen doen om een werkend product een tweede leven te geven?

- doorverkopen: via marktplaats, tweedehands winkels, etc..

- weggeven/doneren. 

- recyclen

Electronica

Textiel

Antwoord:

-Doorverkopen: via marktplaats, tweedehands winkels, etc..

-weggeven/doneren. 

Recyclen

• Een oud product verwerken in een nieuw product.

Welke afbeelding hoort NIET bij recyclen?

1. 
2. 
3. 
4. 

cradle-to-cradle

= duurzaam product

Alle onderdelen kunnen weer gerecycled worden (hergebruikt)

Als niets van een product wordt weggegooid en alle grondstoffen worden gebruikt noemen we dat:

1. recyclen
2. cradle - to - cradle
3. levensduur
4. levensloop

SO 

Wanneer: Maandag 23 mei

Waar over: Paragraaf 4.1 t/m 4.3
Vergeet niet de begrippen

Aan de slag:

Vandaag maak je: opgave 1 t/m 4

Neem je boeken mee!

Woensdag

Kijk alle opdrachten na van 4.3

(Antwoorden op magister in de studiewijzer.)

 De rest van de les besteed je aan oefenen met de herhaling van 4.1 t/m 4.3 blz. 98 en 99 werkboek

en de verdieping blz. 100 en 101 werkboek