Hoofdstuk 1- les 4 LWEO 1.3

Economie hoofdstuk 1 - week 38 les 1
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Economie hoofdstuk 1 - week 38 les 1

Slide 1 - Slide

plattegrond

Slide 2 - Slide

wat zie ik
  • Jassen – tassen - boeken
  • Onrustig
  • Ik zie weinig inzet tijdens de les
  • Geen huiswerk: dan moet er inzet zijn
  • Wel een toets, hoe ga je dat doen dan?
  • Geen respect

Slide 3 - Slide

wat is de bedoeling
  • Iedereen is stil – JAS uit en BOEK op tafel
  • je werkt alleen samen als dat mag
  • Werk je samen, dan op fluistertoon
  • Je hebt de opdracht af in de gestelde tijd
  • 1 keer iets niet af hebben kan gebeuren  -  2 keer NIET
  • Heb je een vraag, dan steek je je hand op
  • Vrijdag inhaalles het 8e of het 9e
  • Gaat het niet goed dan JONGEN/MEISJE

Slide 4 - Slide

Planning voor vandaag
  • Leerdoelen
  • Huiswerk bespreken - 1.21 1.22 1.23 -1.9
  • schrijf de volgende termen in jouw schrift en schrijf op wat deze betekenen:
    Miljoenennota, rijksbegroting, troonrede
  • 1.3 Huishoudens en geld uitgeven
  • Huiswerk
timer
2:00

Slide 5 - Slide

Huiswerk 

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
  1. Aan het einde van de les kan ik een begroting voor een huishouden lezen en opstellen.
  2. Aan het einde van de les kan ik uitgaven van een huishouden indelen in drie soorten uitgaven.
  3. Aan het einde van de les kan ik drie mogelijke oplossingen voor een tekort op de begroting bedrijven.

Slide 7 - Slide

1.3 Huishoudens en hun financiën 

Huishouden: je ben een huishouden als je alleen of samen met anderen gezamenlijk economische beslissingen neemt. 

Slide 8 - Slide

1.3 Huishoudens en hun financiën 
Huishoudens hebben te maken met drie soorten uitgaven:
  • Huishoudelijke uitgaven (of dagelijkse uitgaven);
  • Vaste lasten;
  • Reserveringen.

Slide 9 - Slide

1.3 Huishoudens en hun financiën 
Huishoudelijke uitgaven
Uitgaven voor levensmiddelen, huisdieren, cadeaus en bloemen, aanschaffen van kleine huishoudelijke spullen, uitgaan en zakgeld. Met andere woorden bootschappen. 

Slide 10 - Slide

1.3 Huishoudens en hun financiën 
Vaste lasten
Regelmatig terugkerende uitgaven die een huishouden als verplichting is aangegaan.
Zoals huur, gas, water en elektriciteit, verzekeringen, abonnementen, contributie en vervoerskosten.  

Slide 11 - Slide

1.3 Huishoudens en hun financiën 
Reserveren
Geld opzij leggen voor grotere uitgaven die een huishouden
niet wekelijks of maandelijks doet, zoals een nieuwe keuken, auto of een wasmachine aanschaffen.
Vaak weet je
niet precies op welk moment de uitgaven word gedaan. Lijkt op sparen maar bij reserveren is voor uitgaven waarvan je weet dat je ze komen. 

Slide 12 - Slide

1.3 Huishoudens en hun financiën 
Onder welke uitgaven valt kleding?

Onder welke uitgaven valt zakgeld?

En onder welke uitgaven valt zakgeld als je een contract afsluit met je ouders/ verzorgers?

Slide 13 - Slide

1.3 Huishoudens en hun financiën 
Begroting van een huishouden
Een begroting word gemaak voorafgaande aan een bepaalde periode en bestaat uit een overzicht van alle ontvangsen en alle uitgaven in die periode.Er word ook gekeken naar het geld in huis of op de spaarrekening. 
Na de periode word er gekeken naar de werkelijke ontvangsten en uitgaven. 

Slide 14 - Slide

1.3 Huishoudens en hun financiën 
Wat is een voordeel van een sluitende begroting? 

Slide 15 - Slide

Maken
Wat?                    Maken opdracht 1.14-1.15 - 1.17
Waar?                  In je boek op pagina 15 en 17
Hoelang?            15 minuten de tijd
Eerder klaar?     Maken opdracht 1.13 + 1.16
Vragen?               Vraag eerst degene naast je, komen                                 jullie er niet uit steek dan je hand op.
Let op!                We werken in stilte
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Met welke drie soorten uitgaven hebben gezinnen te maken?
A
Vaste, variabele en huishoudelijke uitgaven
B
Zakgeld, kledinggeld en bootschappen
C
Bootschappen, vaste lasten en zakgeld
D
Huishoudelijke, vaste lasten en reserveringen

Slide 17 - Quiz

Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Reserveringen
eten
Geld dat je opzij zet voor een nieuwe auto
Videoland abonnement 
Contributie voetbalvereniging
Drinken
Huur
Zakgeld
Geld dat je opzij zet voor een wasmachine
Vervoerskosten

Slide 18 - Drag question

??
contributie
eten
zakgeld
abonnement Videoland
vervoerskosten
drinken
geld dat je opzijzet voor een nieuwe fatbike

- vaste lasten
- reservering
- huishoudelijke uitgaven

Slide 19 - Slide

Noem drie oplossingen voor een begroting met een tekort.

Slide 20 - Open question

Huiswerk
Maken voor de volgende les:
1.13 + 1.14 + 1.15 + 1.16 +1.17

Slide 21 - Slide