1 We hebben
ons (wed.vnw) flink ingespannen om
ons (bez.vnw) werkstuk op tijd af te krijgen.
2 Els, heb jij (pers.vnw) Koen wel verteld waarom je (pers.vnw) niet met hem (pers.vnw) wilt samenwerken?
3 Hebben jullie je (wed.vnw) ooit afgevraagd wat jullie (pers.vnw) je vrienden aandoen met jullie/je (bez.vnw) gedrag?
4 Zijn de koningin en haar (bez.vnw) man al lang met elkaar (wedig.vnw) getrouwd?
5 ‘Meneer Haver, u (pers.vnw) moet zich (wed.vnw) realiseren dat de leerlingen uw (bez.vnw) vak minder leuk gaan vinden als u (pers.vnw) zo streng voor hen (pers.vnw) bent’, schreef mevrouw Koek in haar (bez.vnw) advies.
6 Zodra hij (pers.vnw) de toets had ingeleverd, verdiepte Chiel zich (wed.vnw) weer in zijn (bez.vnw) leesboek.