expositie; De spelgegevens worden duidelijk, behalve: "Wat": het conflict
motorisch moment; Start conflict (Wat)
ontwikkeling; Hoe wordt het conflict aangepakt/ geprobeerd op te lossen?
climax; Hoogtepunt van de spanning, het is duidelijk of/ hoe het conflict is opgelost.
afloop; Hoe eindigt de scène