1TL wk 3_1 Lijnsymmetrie

Binnen =beginnen
  • Jassen uit
  • telefoon in de telefoontas
  • Boek open op blz. 70 en maak opgave 2,3 en 4 
  • Jassen uit
  • Telefoon in je kluisje
  • Start LessonUp met je EIGEN naam
  • Boek en schrift bij de hand
H8.1 Lijnsymmetrie en vlakke figuren (2)
Binnen = Beginnen
1 / 44
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Binnen =beginnen
  • Jassen uit
  • telefoon in de telefoontas
  • Boek open op blz. 70 en maak opgave 2,3 en 4 
  • Jassen uit
  • Telefoon in je kluisje
  • Start LessonUp met je EIGEN naam
  • Boek en schrift bij de hand
H8.1 Lijnsymmetrie en vlakke figuren (2)
Binnen = Beginnen

Slide 1 - Slide

Binnen =beginnen
  • Jassen uit
  • telefoon in de telefoontas
  • Boek open op blz. 70 en maak opgave 2,3 en 4 
  • Jassen uit
  • Telefoon in je kluisje
  • Start LessonUp met je EIGEN naam
  • Boek en schrift bij de hand
H8.1 Lijnsymmetrie en vlakke figuren (2)
Binnen = Beginnen

Slide 2 - Slide

Symmetrie

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van de les:
  • weet je wat lijnsymmetrie/ vouwsymmetrie/ spiegelsymmetrie is.
  • weet je wat een symmetrie-as en een vouwlijn zijn.
  • kan je symmetrieassen tekenen

Slide 4 - Slide

Begrippen
  • Vouwlijn of Symmetrieas
  • Lijnsymmetrisch of Vouwsymmetrisch of Spiegelsymmetrisch
  • Spiegelbeeld

Slide 5 - Slide

Herhaling: Vlakke figuren (2D)
Ruit
Vierkant
Rechthoek
Vlieger

Slide 6 - Drag question

Introductie
Overal om ons heen is symmetrie. Mensen vinden symmetrie mooi. Mooie gebouwen en tuinen zijn vaak symmetrisch: 
de linker- en de rechterhelft zijn dan hetzelfde.

Slide 7 - Slide

Vouwlijn
Je kunt de vlinder dubbelvouwen over de rode stippellijn. De twee helften passen dan precies op elkaar. Dit wordt vouwsymmetrie, spiegelsymmetrie of lijnsymmetrie genoemd.

Slide 8 - Slide

Lijnsymmetrie

Slide 9 - Slide

Lijnsymmetrie

Slide 10 - Slide

Oefening
Jullie gaan per rijtje 2 opdrachten maken.
Daarvoor heb je een 
1 vierkant blaadje en 
1 rechthoekig blaadje

Slide 11 - Slide

Opdracht 1
Vouw het vierkante blaadje dubbel zodat beide helften op elkaar passen. 
Kun je het vierkant nog op een andere manier dubbelvouwen?
Op hoeveel verschillende manieren kun je het vierkant dubbelvouwen?

Beantwoord nu de vraag op de volgende sheet.

Slide 12 - Slide

Dus, hoeveel symmetrieassen
heeft een vierkant?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Opdracht 2
Pak het A4-tje. Dit blaadje heeft de vorm van een rechthoek.
Vouw het A4-tje dubbel zodat beide helften op elkaar passen. 
Kun je de rechthoek nog op een andere manier dubbelvouwen?
Op hoeveel verschillende manieren kun je een rechthoek dubbelvouwen?

Beantwoord nu de vraag op de volgende sheet.

Slide 14 - Slide

Hoeveel symmetrieassen
heeft een rechthoek?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quiz

Hoeveel symmetrieassen
heeft deze figuur?
A
1
B
2
C
4
D
8

Slide 16 - Quiz

Uitleg
Er zijn 4 symmetrieassen. 
Dit kun je controleren door het spiegeltje op de symmetrieassen te zetten.

Slide 17 - Slide


Welke figuren zijn lijnsymmetrisch?
A
Alleen het vliegtuig.
B
Alleen het verkeersbord.
C
Geen van beide.
D
Allebei.

Slide 18 - Quiz

Symmetrieas
Alleen het vliegtuig is lijnsymmetrisch. 
Je kan het spiegeltje op de rode vouwlijn
leggen om dit te controleren.
Deze vouwlijn noemen we de symmetrieas.

Slide 19 - Slide

Is dit figuur lijnsymmetrisch?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Symmetrieassen, voorbeelden
Sommige figuren hebben dus meerdere symmetrieassen.
                                                        Het logo van Mercedes heeft
                                                        drie symmetrieassen.

                                                         Als je een symmetrieas tekent dan
                                                         loopt deze altijd door de figuur heen
                                                         en stopt niet bij de rand.    
         De symmetrieassen verdelen de figuur in gelijke stukken

Slide 21 - Slide

Hoeveel symmetrie assen heeft dit figuur?

Slide 22 - Open question

Hoeveel symmetrieassen hebben deze borden?

bord 1
bord 2
bord 3

1 symmetrieas
3 symmetrieassen
2 symmetrieassen
4 symmetrieassen

Slide 23 - Drag question

Sleep de afbeeldingen naar de juiste kant
lijn-
symmetrie
geen lijn-
symmetrie

Slide 24 - Drag question

Welke van de figuren is symmetrisch?
niet
wel

Slide 25 - Drag question

Filmpje
Deze kan je thuis bekijken.
Ook handig bij het voorbereiden op de toets.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Symmetrische
driehoeken

Slide 28 - Slide

Gelijkzijdige driehoek
Gelijkbenige driehoek

Slide 29 - Slide

Gelijkzijdige driehoek

Slide 30 - Slide

Gelijkbenige driehoek

Slide 31 - Slide

Gelijkzijdige driehoek
Een driehoek waarvan alle drie de zijden even lang zijn, 
noemen we een gelijkzijdige driehoek.
Een gelijkzijdige driehoek heeft 3 symmetrieassen.

  • AC , AB en BC zijn even lang
  • hoek A, hoek B en hoek C zijn even groot
  • alle stukjes in de figuur zijn even groot

Slide 32 - Slide

Gelijkbenige driehoek
Een driehoek waarvan twee zijden even lang zijn, 
noemen we een gelijkbenige driehoek.
Een gelijkbenige driehoek heeft precies 1 symmetrieas.

  • De symmetrieas staat loodrecht op zijde AB 
       en deelt deze zijde precies doormidden.
  • AC en BC zijn even lang (gelijke tekens).
  • hoek A is even groot als hoek B (gelijke tekens).

Slide 33 - Slide

Hoeveel symmetrieassen
kun je tekenen in deze
gelijkzijdige driehoek?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 34 - Quiz

Hoeveel symmetrieassen
heeft deze
gelijkbenige driehoek?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 35 - Quiz

Zelfstandig werken
Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.
Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.
                 2. Overleg binnen je rij op fluistertoon.
                 3. Vraag de docent.
Klaar? – Nakijken met buurvrouw/buurman, kijk op planner 
                  voor extra oefening.
Maken? H8.1 opdrachten 9, 10, 14, 16 en 17


timer
5:00

Slide 36 - Slide

Ik kan vertellen wat lijnsymmetrie is.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.

Slide 37 - Quiz

Ik weet hoe ik symmetrieassen moet tekenen in een figuur.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.

Slide 38 - Quiz

Ik weet welke tekens ik moet gebruiken om aan te geven dat zijden even lang zijn.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.

Slide 39 - Quiz

Ik weet hoe ik aan moet geven dat hoeken even groot zijn.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.

Slide 40 - Quiz

Samengevat
  • Lijnsymmetrie: als je een figuur op uit twee helften bestaat die elkaars spiegelbeeld zijn.   
  • De vouwlijn (of lijn waar spiegeltje moet ) heet een symmetrieas.
  • Een figuur kan 1 symmetrieas hebben of meerdere symmetrieassen.
  • Spiegelsymmetrie = vouwsymmetrie = lijnsymmetrie

Slide 41 - Slide

Weet ik wat lijnsymmetrie is?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

Hoe is er vandaag gewerkt ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll

Huiswerk: 
maak opdr. 9, 10, 14, 16 en 17
Tot ziens!

Slide 44 - Slide