de winkel van dichtbij les 2

1 / 26
next
Slide 1: Video
DetailMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

welkom

Slide 2 - Slide

het bedienen van klanten
verschillenden bedieningssystemen:
# Zelfbediening
# semi-zelfbediening
# bediening

Slide 3 - Slide

een voorbeeld van zelfbediening
A
bakker
B
slager
C
jumbo
D
kapper

Slide 4 - Quiz

een voorbeeld van SEMI-zelfbediening
A
perry sport
B
bakker
C
kapper
D
aldi

Slide 5 - Quiz

maak opgave 21 en 22

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

service?
Geef je service dan geef je iets extra's

Prijs distributie- Servicedistributie

Slide 8 - Slide

heeft de supermarkt Aldi prijsdistributie of servicedistributie
A
prijsdistributie
B
servicedistributie

Slide 9 - Quiz

door naar blz. 34
1B de inrichting van de winkel

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

de looproute zorgt ervoor dat de klant langs zoveel mogelijk artikelen loopt.

de etalage = de glazen buitenkant. als het een goede etalage is dan heeft hij stopkracht

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

vitrine
display

Slide 16 - Slide

waar vind je in een winkel kleine dure dingen
A
vitrine
B
display

Slide 17 - Quiz

je loopt in de stad en stopt bij een etalage om te kijken, deze etalage heeft?
A
niks bijzonders
B
lelijke figuren
C
stopkracht
D
kooplust

Slide 18 - Quiz

handel
handel in goederen
handel in diensten

Slide 19 - Slide

wat zie je op de foto
A
handel in goederen
B
handel in diensten

Slide 20 - Quiz

wat zien we hier?
A
handel in goederen
B
handel in diensten

Slide 21 - Quiz

Handel
Groothandel=  zij kopen GROOT in direct van de fabriek
Detailhandel=  koopt bij producent of groothandel.
detail betekent klein

Slide 22 - Slide

groothandel
detailhandel

Slide 23 - Slide

bedrijfskolom
de weg die een product reist langs verschillende bedrijven

Slide 24 - Slide

Een bedrijfskolom is:
A
Alle gegevens van een bedrijf
B
Alle bedrijven die na elkaar aan een product werken
C
Alle werknemers van een bedrijf

Slide 25 - Quiz

Wat is een bedrijfskolom?
A
Alle bedrijven die hetzelfde maken bij elkaar
B
Alle bedrijven die betrokken zijn bij de productie van een product
C
Alle bewerkingen die een product ondergaat
D
Alle winkels die een bepaald product verkopen

Slide 26 - Quiz