- Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct schrijven.
- Ik kan leestekens in een zin plaatsen (punt, vraagteken, uitroepteken)
- Ik kan 10 dicteewoorden correct schrijven.
Pak een pen/potlood en je schrift of blaadje
(Kaft aan de binnenkant van je boek mag ook!)