Lesweek 5 argumenteren 1

Nederlands

door Jolien de Kock
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands

door Jolien de Kock

Slide 1 - Slide

week 4
boekverslag inleveren
week 5
stelling/standpunt/argumenten
week 6
stelling/standpunt/argumenten (les 2)
week 7
drogredenen
week 8
voorjaarsvakantie
week 9
tekstverbanden & signaalwoorden
week 10
tekstverbanden & signaalwoorden (les 2)
Lesopzet periode 3

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Doelen van deze les
-Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een stelling/standpunt/argument is.
-Je oefent met een stelling/standpunt/argument uit een leestekst halen

Slide 4 - Slide

stelling?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Wat is de stelling?
A
Critici hebben ongelijk
B
Klaag niet over een gebrek aan vrijheid als jij je niet wil laten vaccineren.
C
Er moet een vaccinatieplicht ingesteld worden door de overheid
D
Je hoeft je niet te laten vaccineren.

Slide 7 - Quiz

In wat voor soort teksten kom je stellingen/standpunten/argumenten tegen?
A
instructieve teksten
B
betogende teksten
C
verhalende teksten
D
informatieve teksten

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Stelling
Herken je vaak aan een 'dwingend' karakter. Je bent geneigd het  eens/oneens te zijn. In een stelling wordt vaak 'moeten' of 'dienen' gebruikt. 

Slide 10 - Slide

Standpunt
Een mening over een bepaald onderwerp (stelling). Wat vindt iemand ergens van?

Slide 11 - Slide

Argument
Een onderbouwing van je standpunt. Je kunt meerdere argumenten aanvoeren. 

Slide 12 - Slide

Stelling: Jongeren moeten meer lezen
eens
oneens

Slide 13 - Poll

De stelling luidt: 'Jongeren moeten meer lezen.' Wat is jouw standpunt hierin?

Slide 14 - Open question

argumenten
'Jongeren moeten
meer lezen.'
(Ik ben het hier mee
eens/oneens, want...)

Slide 15 - Mind map

Huiswerk
Leestekst lezen en opdracht maken
De link wordt in de chat van Teams gezet.

Slide 16 - Slide

Evaluatie lesdoelen
-Je kunt in eigen woorden uitleggen wat een stelling/standpunt/argument is.
-Je oefent met een stelling/standpunt/argument uit een leestekst halen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide