Taak: niet iedereen heeft dezelfde taak.
Uitkomst: zelfde taak, andere einddoelen per persoon
Keuze: verschillend activiteiten, kies voor de uitdaging
Ondersteuning: afstemmen op de behoefte
Tempo: presteer je beter onder druk dan minder tijd/ verschillende tempi
Materiaal: zelfde doel, verschillend materiaal (tekstniveaus)
Gesprek: in het diepe, of structuur mbt didactiek