Lezen H1H2

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Literatuur: boeken lezen
T3 : je leest voor 10 punten. Van ieder gelezen boek maak je een boekverslag, voor jezelf. Dit bewaar je thuis op je computer. 
T4: je leest voor 10 punten. In maart heb je je mondeling. Dan krijg je vragen over alle boeken die je gelezen hebt in T3 en T4

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welkom T3
Plattegrond; ga zitten volgens de plattegrond.
Doe die dikke winterjas uit! 
In de kluis. 
Mobiel in de tas
Spullen op tafel: werkboek, schrift, etui en je leesboek.


timer
2:00

Slide 6 - Slide

Leesmoment
Pak je leesboek (van de verplichte lijst)
Lees in stilte.


timer
10:00

Slide 7 - Slide

Oefentoets H1 en H2
H1 blz. 12 werkboek, H2 blz. 40 en 41: hoofdgedachte uit de tekst halen ( samenvatting in 1 zin waar de tekst over gaat). 
Je kunt de hoofdzaken uit de alinea halen (kernzin).
Je kent de tekstdoelen en weet welke tekstsoort erbij hoort. 
Aan het onderwerp, de bron, de lay-out en het taalgebruik kun je zien voor welk publiek de tekst bedoeld is.
timer
18:00

Slide 8 - Slide

Toetsmoment H1H2 Lezen
Telt 2 keer mee. 
Woensdag 6 december

Slide 9 - Slide

H1 Lezen- wat je moet weten voor de toets van 6 december?
Hoofdgedachte van de tekst: In 1 zin vat je de belangrijkste informatie van de tekst samen. 

Hoofdzaken: De belangrijkste informatie uit de verschillende alinea's, vind je in de kernzin.

Slide 10 - Slide

H2 Tekstdoel en publiek
Om het tekstdoel te bereiken, moet de schrijver rekening houden met de groep voor wie hij schrijft, het publiek. Aan het onderwerp, de bron, de lay-out en het taalgebruik kun je zien voor welk publiek de tekst bedoeld is.

Slide 11 - Slide

Werkmoment in stilte
    Open je werkboek: H2 Lezen blz. 40 t/m 47
2. H2 Lezen opdracht 2
3.  H2 Lezen opdracht 3
4.  H2 lezen opdracht 4
5. H2 lezen opdracht 5

timer
10:00

Slide 12 - Slide

Klaar met de oefentoets?

Controleer in je schrift of je van H1 en H2 alles gemaakt hebt en maak dan een samenvatting van de theorie op blz. 12 , 40 en 41. 
timer
30:00

Slide 13 - Slide

Verschil mag er zijn
Taak: niet iedereen heeft dezelfde taak.
Uitkomst: zelfde taak, andere einddoelen per persoon
Keuze: verschillend activiteiten, kies voor de uitdaging
Ondersteuning: afstemmen op de behoefte
Tempo: presteer je beter onder druk dan minder tijd/ verschillende tempi
Materiaal: zelfde doel, verschillend materiaal (tekstniveaus)
Gesprek: in het diepe, of structuur mbt didactiek

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Welke vraag stel je als je de hoofdgedachte van een tekst zoekt?

Slide 16 - Open question

Hoe kan het onderwerp van een tekst worden ingeleid?
A
Informeren
B
Het stellen van een centrale vraag
C
vooraf geven van een korte samenvatting
D
grappig verhaal tekenen

Slide 17 - Quiz

Hoe vind je de belangrijkste zin van de alinea?
A
Kijk naar de begrippen, tussenkopje en de kernzin
B
Kijk naar de titel, lees de inleiding en het slot
C
let op de uitleg en de voorbeelden, dat zijn de bijzaken
D
Signaalwoorden

Slide 18 - Quiz

Wat is het verschil tussen tekstdoel en tekstsoort?

Slide 19 - Open question

Hoe vind je de hoofdgedachte van de hele tekst?
A
Zoek naar 1 zin met de uitleg en de voorbeelden
B
Zoek in de inleiding of het slot naar een korte samenvatting in 1 zin
C
Zoek de hele tekst door en probeer het onderwerp te bepalen
D
Je leest de tekst twee keer en maakt dan je eigen hoofdgedachte

Slide 20 - Quiz

Hoe vind je het onderwerp van de tekst?

Slide 21 - Open question

Om het onderwerp te vinden moet je zoekend lezen
A
waar
B
niet waar
C
moet je oriënterend lezen
D
Moet je grondig lezen

Slide 22 - Quiz

Is een deelonderwerp hetzelfde als een tussenkopje?
nee

Slide 23 - Poll

Wat is het verschil tussen hoofdzaken en bijzaken?

Slide 24 - Open question

Wat is het verschil tussen hoofdzaken en de hoofdgedachte?

Slide 25 - Open question

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Een korte samenvatting van waar de tekst over gaat
B
Een kort grappig verhaal om de tekst mee in te leiden
C
De conclusie in het slot van het artikel
D
De mening van de schrijver over het onderwerp van de tekst

Slide 26 - Quiz