1 havo/vwo grammatica voorbereiding

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

1 havo/vwo grammatica voorbereiding

Welke vormen van een werkwoord ken je? (theorievraag)

Hij is naar school geweest. Welke vorm is 'geweest'?

1. Persoonsvorm
2. infinitief
3. voltooid deelwoord

Hij heeft een zwarte broek en een blauwe bril.
Noteer alle bijvoeglijk naamwoorden.

Hij heeft de docenten een cadeautje gegeven. Noteer het werkwoordelijk gezegde.

Pas de tijdsproef toe.
Hij gaat naar school toe.

Pas de getalsproef toe.
De jongen loopt naar de supermarkt.

Je hebt net de tijdsproef toegepast. Welke werkwoordsvorm verandert?

1. persoonsvorm
2. infinitief
3. voltooid deelwoord

Ontleed de zin. Schrijf op: persoonsvorm, werkwoordelijk gez., onderwerp en lijdend vw.
Heeft de leerling een onvoldoende gekregen?

Theorievraag: Geef een beschrijving van het begrip 'zin'.

Wat is het meewerkend voorwerp in de zin:
Hij geeft zijn vriend een bal.

Leren 

De theorie (je krijgt daar dus ook vragen over)

De theorie kunnen toepassen.