5.1 - Genotype en fenotype

Thema 5: Erfelijkheid en evolutie


Basisstof 1: Genotype en fenotype


1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Thema 5: Erfelijkheid en evolutie


Basisstof 1: Genotype en fenotype


Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:

  • Kun je omschrijven dat alle lichaamscellen dezelfde erfelijke informatie bevatten.
  • Kun je het verschil tussen genotype en fenotype uitleggen.

Slide 2 - Slide

Erfelijke informatie
De kleinste bouwstenen van je lichaam zijn cellen.
Cellen waaruit je lichaam is gebouwd noemen we lichaamscellen
Elke celkern bevat 46 chromosomen, gemaakt van DNA
Het DNA is alle informatie voor je erfelijke eigenschappen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Celdeling
Tijdens de celdeling ontstaan er nieuwe cellen, dochtercellen. De chromosomen worden gekopieerd, elke dochtercel krijgt een complete set chromosomen.

Slide 5 - Slide

Celdeling
Elke cel bevat dezelfde erfelijke informatie.

De erfelijke informatie erf je van mama en papa (50/50) -> 23 chromosomen + 23 chromosomen.

Slide 6 - Slide

Genotype
De chromosomen bevatten alle erfelijke informatie over eigenschappen. Een gen is een stukje DNA die samen de informatie voor 1 eigenschap bevatten.

Slide 7 - Slide

Genotype
Een mens heeft 46 chromosomen in één cel, deze bevatten alle genen voor alle erfelijke eigenschap. 

Het genotype is de informatie voor de erfelijke eigenschappen.

Slide 8 - Slide

Fenotype
Alle eigenschappen in het algemeen noemen we het fenotype, dus ook de zichtbare eigenschappen. (het gene wat je ziet)
denk aan oogkleur. 

Fenotype komt tot uiting door het genotype en invloeden van het milieu (leefstijl, omgeving).

Slide 9 - Slide

Voorbeelden
Je hebt het genotype voor bruinhaar. (erfelijke eigenschap)

Maar je verft het paars, dus je fenotype is roze haar (zichtbare eigenschap)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide