B4 zinsdelen lijd.vw/meew.vw

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

B4 lijdend en meewerkend voorwerp

Programma

1. SO noteren in agenda
2. Doel benoemen
3. Terugblik 
4. Korte instructie
5. Aan de slag
6. Afsluiting 

SO ALERT!!

Noteer het SO  in je agenda. 

 

Lesdoelen

Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 

 -  hoe je een lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp kunt herkennen in de zin

Zinsdelen tot nu toe..

persoonsvorm

onderwerp

gezegde (werkwoordelijk & naamwoordelijk)

Wat is het gezegde?
'Ik ben aan het voetballen.'

Wat is het gezegde?
Zij blijkt onze aanvoerder te worden.

Heeft deze zin een naamwoordelijk gezegde? Zo ja, noteer het naamwoordelijk gezegde.
"Ik ben erg verdrietig geweest over het slechte cijfer."

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

"Bruno laat zijn hond uit."

1. Bruno
2. laat
3. zijn hond
4. uit

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

"Liet Mats de bus voor zijn neus wegrijden?"

1. Mats
2. de bus
3. voor zijn neus
4. wegrijden

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

"Sophie doet jou de groeten"

1. Geen meewerkend voorwerp
2. jou
3. Sophie
4. de groeten

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is "aan de leraar" voor zinsdeel?

1. meewerkend voorwerp
2. lijdend voorwerp
3. onderwerp
4. meewerkend voorwerp

handelt

ondergaat

handeling

ontvangt 

lijdend v.w.

bepaalt

(alleen bij werkwoordelijk gezegde)

Lijdend voorwerp

- Hoeft niet in de zin te staan;

- In een zin met een naamwoordelijk gezegde staat nooit een LV

- Een LV begint nooit met een voorzetsel

vb. Deze aap wil altijd een gouden ring dragen.

Lijdend voorwerp: 'een gouden ring'-> ondergaat de handeling

LIJDEND VOORWERP

Tim | graaft | een kuil.

Wat graaft Tim? Tim graaft een kuil.

lijdend voorwerp = een kuil

voorbeeld 2

ow

wwgez

LIJDEND VOORWERP

De speler | roept | de grensrechter.

Wie roept een speler? De speler roept de grensrechter.

lijdend voorwerp = de grensrechter

voorbeeld 3

ow

wwgez

LIJDEND VOORWERP

Elin | vertelt | een verhaal.

Wat vertelt Elin? Elin vertelt een verhaal.

lijdend voorwerp = een verhaal

voorbeeld 3

ow

wwgez

Meewerkend voorwerp

Meewerkend voorwerp (mv)

- Hoeft niet altijd in een zin te staan;

- Een MV is bijna altijd een mens of een dier;

- Controleer of je aan/voor kunt weglaten of kunt toevoegen.

Meewerkend voorwerp (mv)

Meewerkend voorwerp (mv)

Wat | heeft | de advocaat | jou | verteld?

Pv: heeft

Ow: de advocaat

Wg: heeft verteld

Lv: wat

Mv: jou

Wie is de ontvanger?

Meewerkend voorwerp (mv)

Meewerkend voorwerp (mv)

Ik | wilde | mijn lieve nicht | een puppy | geven

Pv: wilde

Ow: ik

Wg: wilde geven

Lv: een puppy

Mv: mijn lieve nicht 

Wie is de ontvanger?

Meewerkend voorwerp (mv)

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

"Straks gaat de buurman zijn zoon naar school brengen."

1. Straks
2. de buurman
3. zijn zoon
4. naar school

"Wie heeft mijn scooter gerepareerd?"

mijn scooter =

1. onderwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Aan de slag

Maken: B4 opdracht 1 & 2 op pagina 106.

-> denk goed aan de volgorde van de stappen van ontleden: 

zinsdelen maken, persoonsvorm, gezegde, onderwerp, lijdend v.w., meewerkend v.w.

Klaar? lezen in je leesboek

Volgende les

Donderdag

Stillezen