Bij een woord dat eindigt op -ie, spreek je het woord uit en luister je naar de klemtoon.
Bij de klemtoon op de laatste lettergreep maak je het meervoud met -ën: melodie – melodieën, knie – knieën.
Ligt de klemtoon niet op de laatste lettergreep, dan komt er een trema op de e die er al staat (ë) en een -n: kolonie – koloniën.