V6 Spellen 5

LESDOEL
Weten wanneer je een streepje, trema, apostrof of een accenten moet gebruiken
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

LESDOEL
Weten wanneer je een streepje, trema, apostrof of een accenten moet gebruiken

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Uitdelen studiewijzer
  • Uitleg paragraaf 5 van formuleren
  • Oefeningen spelling maken
  • Werken aan eindexamen 2017 1e tijdvak

Slide 2 - Slide

Koppelteken 1
  • om uitspraakproblemen te voorkomen (gala-avond)
  • in de naam van getrouwde vrouwen (mannen) 
  • in woorden met de voorvoegsels: adjunct-, aspirant-, collega-, ex-, interim-, niet-, non-, oud-
  • voor een hoofdletter (anti-Russisch, oer-Hollands)

Slide 3 - Slide

Koppelteken 2
  • in combinaties van titels en beroepen (chef-kok) 
  • bij (afleidingen van) aardrijkskundige namen (Zuid-  Frankrijk) 
  • bij letters, cijfers en andere tekens en St of Sint (tv-programma, a4-formaat, $-teken, St.-Anna)
  • in woorden die anders overzichtelijk worden (hyena-vel, pop-opera)

Slide 4 - Slide

Weglatingsstreepje
  • op de plek waar een deel van het woord is weggelaten (in voor- en tegenspoed, hoofd- en bijzaken)
  • Let op: import en export, maar in- en export!

Slide 5 - Slide

Afbreekstreepje 1
  • Breek bij voorkeur af tussen de woorddelen  (energie-rekening)
  • Breek af tussen een grondwoord en een voor-  of achtervoegsel (on- gevaar-lijk)
  • Breek bij één alleenstaande tussenmedeklinker af voor de medeklinker; de -ch is één letter (zeu-ren, ka-chel)

Slide 6 - Slide

Afbreekstreepje 2
  • Als de tussenmedeklinker -i is (klinkt als j) breek af na de -i (gooi-en)
  • Breek bij twee tussenmedeklinkers af tussen de twee medeklinkers (fiet-sen)
  • Breek bij drie of meer medeklinkers zo af dat er geen combinatie van medeklinkers aan het begin van een lettergreep komen te staan die nooit in Nederlandse woorden voorkomen (herf-stig)

Slide 7 - Slide

Afbreekstreepje 3
  • Breek zo af dat er geen uitspraakproblemen ontstaan (pu-bliek)
  • Let op: bij woordafbreking verdwijnt het trema! (coëxistentie wordt co-existentie)

Slide 8 - Slide

Trema
  • Plaats het trema altijd op de eerste letter van de volgende lettergreep (ree-en --> reeën)
  • geen trema bij -eum (museum), -iig (heiig), -cien (opticien), -ieus (modieus)
  • geen trema bij bea- (beantwoord), gea- (geaard), geo- (geopend)
  • Wel bij: geë- (geërgerd), geï- (geïndustrialiseerd), geü- (geürineerd)

Slide 9 - Slide

Apostrof 1
  • op de plaats van een weggelaten letter (m'n hond, 's-Hertogenbosch, 't Regent)
  • op- de plaats van een weggelaten bezits-s (Trix' boek, Klaas' mobiel)
  • om uitspraakproblemen te voorkomen (foto's, baby's)

Slide 10 - Slide

Apostrof 2
  • in afleidingen van letter- en cijferwoorden (vwo'er, 50+'er) 
  • Let op: bij letterwoorden die je als woord uitspreekt, gebruik je geen apostrof (havoër)
  • Let op: bij samenstellingen van letterwoorden zet geen apostrof, maar een koppelteken (vwo-leerling, A3-papier)
  • bij verkleinwoorden op -y (baby'tje
  • Let op: cowboytje!

Slide 11 - Slide

Accenttekens
  • accent aigu: streepje voorover
  • accent grave: streepje achterover
  • accent circonflexe: dakje
  • cedille: 'komma' onder de c

Slide 12 - Slide