H7 - les 12

1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

H7 Spelling
  • Ik kan alle werkwoordsvormen correct spellen.
  • Ik weet hoe ik hoofdletters en leestekens correct moet gebruiken.
  • Ik weet hoe ik meervoudsvormen maak en spel.
  • Ik weet hoe ik verkleinwoorden maak en spel.
  • Ik weet wanneer ik een tussen -n of -s gebruik in samenstellingen.
  • Ik weet wanneer ik woorden aan elkaar of los schrijf.
  • Ik weet wanneer ik een liggend streepje moet gebruiken.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Terugblik tussen -n
  • Uitleg liggend streepje (koppelteken)
  • Oefenen
  • Zelfstandig aan het werk met paragraaf 9

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Paragraaf 9
Liggend streepje

Slide 5 - Slide

Bedenk twee samenstellingen die beginnen met het woord pizza. Een samenstelling mét en een zonder koppelteken.

Slide 6 - Open question

samenstellingen
Soms heeft het ten onrechte los (of juist aan elkaar) schrijven van samenstellingen dubbelzinnige resultaten:

  • Hoofd commandant op politiebureau afgeleverd.
  • Swingende Pepernoten Show
  • Voordat de visite komt, ga ik nog even snel stof zuigen.


Slide 7 - Slide

samenstellingen
Samenstellingen schrijf je in het Nederlands in het algemeen aan elkaar. In een aantal gevallen gebruik je een koppelteken.

Slide 8 - Slide

koppelteken
Bij klinkerbotsing als beide klanken ook samen uitgesproken kunnen worden:
-placebo-effect
-rente-inkomsten
-diploma-uitreiking

Slide 9 - Slide

koppelteken
Bij klinkerbotsing als beide klanken ook samen uitgesproken kunnen worden:
-placebo-effect
-rente-inkomsten
-diploma-uitreiking

en dus: politieauto, televisieomroep

Slide 10 - Slide

koppelteken
Bij de naam van getrouwde mannen of vrouwen: 
- mevrouw Van Vilsteren-de Laat

Bij woorden met de voorvoegsels adjunct-, aspirant-, assistent-, bijna-, chef-, collega-, ex-, interim-, kandidaat-, leerling-, niet-, non-, oud-: 
-adjunct-directeur, 
-collega-docenten
-ex-man

Slide 11 - Slide

koppelteken
Voor een hoofdletter: 
-anti-Russisch
-on-Hollands
-pro-Amerikaans

in combinaties van titels en beroepen: 
-schrijver-historicus
-trainer-coach

Slide 12 - Slide

koppelteken
Bij aardrijkskundige namen, of woorden die daarvan afgeleid zijn: 
-Latijns-Amerikaans
-Nieuw-Zeelander

Bij letters, cijfers, andere tekens en St of Sint/sint: 
-mbo-studie
-20+-kaas
-$-teken

Slide 13 - Slide

koppelteken
Bij woorden die anders onoverzichtelijk worden: 
-huis-aan-huisblad
-woon-werkverkeer
-ja/nee-vraa
-massage-bed

Slide 14 - Slide

weglatingsstreepje
Zet een streepje op de plek waar een deel van een woord is weggelaten: hoofd- en bijzaken
scheikundedocenten en -studenten
keel-, neus- en oorarts

Je mag een woorddeel alleen weglaten als het in beide woorden dezelfde betekenis heeft:
         kranten- en koffiekoppen                         thee- en koffiekoppen

Slide 15 - Slide

afbreekteken
Gebruik het liggende streepje als afbreekteken als een woord niet meer op de regel past. 


Breek samenstellingen alleen af tussen de delen: adoptie-kinderen, klinker-botsing, modellen-wedstrijd, tweede-hands

Breek af tussen het grondwoord en een voor- of achtervoegsel: herfst-achtig, karakter-loos, on-vriendelijk

Slide 16 - Slide

oefenen

Slide 17 - Slide

auto-onderdelen
politie-agent
ministerpresident
voor- en nadelen
hoger - en lager onderwijs
Noord-Brabander
tostiapparaat
dvd-speler
adjunct-directeur
Sint Maarten feest
op non-actief
mevrouw Meijer Janssen

Slide 18 - Drag question

Welke reeks woorden is correct gespeld?
A
ex-vrouw, groentensoep, pleinsfeest
B
basisonderwijs en voortgezet -, oud-oom, A4'tje
C
skiongeluk, hoogleraar, Zuid-Hollander
D
laag-vlakte, kant-en-klaar, milieudelict

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

maken
Nieuw Nederlands (online)
Cursus 7 Spelling, par. 9 (weglatingsstreepje):  5 opdrachten naar keuze

Klaar?      -> controleer of je per paragraaf 5 opdrachten af hebt 
                    -> verder lezen in je boek   (15 november)

Slide 21 - Slide

Doelen
  • Ik kan alle werkwoordsvormen correct spellen.
  • Ik weet hoe ik hoofdletters en leestekens correct moet gebruiken.
  • Ik weet hoe ik meervoudsvormen maak en spel.
  • Ik weet hoe ik verkleinwoorden maak en spel.
  • Ik weet wanneer ik een tussen -n of -s gebruik in samenstellingen.
  • Ik weet wanneer ik woorden aan elkaar of los schrijf.
  • Ik weet wanneer ik een liggend streepje moet gebruiken.
  • Ik weet wanneer ik een trema, apostrof of accentteken moet gebruiken.

Slide 22 - Slide

Oefentoets Spelling

Slide 23 - Slide

H7 Spelling
  • Herhaling alle onderdelen uit de   onderbouw
  • Per week 2 paragrafen
  • Doe je actief mee in de les, dan         heb je weinig huiswerk.
  • Eind van het hoofdstuk bezemles

Slide 24 - Slide

Paragraaf 10
Trema, apostrof, accenttekens

Slide 25 - Slide

Trema
Het trema voorkomt uitspraakproblemen in woorden die geen samenstelling zijn. Plaats het trema altijd op de eerste letter van de volgende lettergreep:

– zee-en, dus zeeën
- melodie-en, dus melodieën
- re-unie, dus reünie
- kopi-eren, dus kopiëren 





Slide 26 - Slide

Trema
Let op bij:
-eum: linoleum
-iing: verfraaiing
-cien: opticien
-ieus: melodieus.





Slide 27 - Slide

Trema
Let op (vervolg):
bea-, gea-, beo-, geo-, beij-, geij-: beargumenteren, geantwoord, beoefenen,                                                                         geopereerd, beijverd, geijzeld

maar: geë-, geï- en geü-:                   geëigend, geïllustreerd, geüniformeerd

Bij woordafbreking vervalt het trema. Vóór de letter waarop het trema staat, kan het woord in principe worden afgebroken.




Slide 28 - Slide

Apostrof
Als weglatingsteken op de plaats van een weggelaten letter:
– ’s avonds (des avonds), ’s winters, ’s-Heerenberg; d’r tasje (haar tasje)
– ’t Gaat vannacht behoorlijk vriezen. (Het gaat…)
– Truus’ excuses, Lex’ paraplu; 
    vergelijk: het boek van Willem → Willems boek

Om uitspraakproblemen te voorkomen bij het meervoud: 
-papa’s (spreek uit: pappaas), piano’s, paraplu’s, taxi’s

Slide 29 - Slide

Apostrof
Om uitspraakproblemen te voorkomen bij bezitsaanduidingen: 
Lara’s roddelrubriek, Theo’s abonnement, Jiri’s zwaard

Meestal is er geen uitspraakprobleem. Schrijf in die gevallen de bezits-s aan het woord vast:
Robs racewagen, tantes theeservies, mijn vaders boot

Slide 30 - Slide

Apostrof
Om uitspraakproblemen te voorkomen bij meervouds- en verkleinvormen en in afleidingen van letter- en cijferwoorden:
cd’tje, hbo’er, PvdA’er, vwo’s, 65+’er, sms’en, ge-sms’t

Bij verkleinwoorden op -y:  baby’tje, lolly'tje



Slide 31 - Slide

Accent 
Er zijn drie accenttekens: het accent aigu (streepje voorover: é), het accent grave (streepje achterover: è) en het accent circonflexe (dakje: ê):


Accenttekens komen bijna alleen voor op de letter e: café, carrière
In enkele gevallen komen ze ook op andere letters, bijvoorbeeld: maître, enquête


Slide 32 - Slide

Accent 
Om klemtoon aan te geven gebruik je het accent aigu. Zet het dan op alle klinkers van de lettergreep:
- Hij is volgens mij persoon om hier orde op zaken te stellen.
- Jos heeft alleen ruzie met zijn óúdste broer en niet met de jongste.

Plaats, als er een uitspraakprobleem dreigt, accenten op het telwoord één, maar niet op hoofdletters: ‘Juliette heeft één scooter en twee fietsen.’
Maar: Kan een van jullie de deur even dichtdoen? (zonder accenten)


Slide 33 - Slide

Cedille
De cedille onderaan de c (ç) zorgt ervoor dat een c als s klinkt, wanneer die voor een a, o of u staat:  reçu, Curaçao. 

Normaal klinkt de c in die gevallen als k: carnaval, correct.


Slide 34 - Slide

Welke reeks woorden is juist gespeld?
A
cafe, garaçe, ruine
B
enquête, Alex's fiets, kopiëren
C
lolly'tje, baby's, 's zomers
D
s' morgens, piano's, lolly' tje

Slide 35 - Quiz

Welke reeks woorden is juist gespeld?
A
reünie, accu's, dvd' tje
B
melodiën, financiën, zeeën
C
perzikken, beärgumenteren, Liz' ouders
D
s' nachts, geopend, paraplu's

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Slide

maken
Nieuw Nederlands (online)
Cursus 7 Spelling, par. 10 (weglatingsstreepje):  per onderdeel 2 opdrachten

Klaar?      -> controleer of je per paragraaf 5 opdrachten af hebt 
                   -> verder lezen in je boek   (16 november)

Slide 38 - Slide

Doelen
  • Ik kan alle werkwoordsvormen correct spellen.
  • Ik weet hoe ik hoofdletters en leestekens correct moet gebruiken.
  • Ik weet hoe ik meervoudsvormen maak en spel.
  • Ik weet hoe ik verkleinwoorden maak en spel.
  • Ik weet wanneer ik een tussen -n of -s gebruik in samenstellingen.
  • Ik weet wanneer ik woorden aan elkaar of los schrijf.
  • Ik weet wanneer ik een liggend streepje moet gebruiken.
  • Ik weet wanneer ik een trema, apostrof of accentteken moet gebruiken.

Slide 39 - Slide