01-06 2M2 BS 3 T5

Welkom!
Ga lekker zitten volgens de plattegrond!
Mobiel in de tas a.u.b.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Ga lekker zitten volgens de plattegrond!
Mobiel in de tas a.u.b.

Slide 1 - Slide

Aanwezigheid en plattegrond

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Terugblik
- Leerdoelen
- Uitleg Basisstof 3
- Aan de slag
- Leerdoelen controleren
- Afronden

Slide 3 - Slide

Korte terugblik
Basisstof 2
In welke cellen zitten 46 chromosomen?
In welke cellen zitten 23 chromosomen?

Hoe wordt je geslacht bepaald? 


Slide 4 - Slide

Leerdoelen:
- Je kan uitleggen waarom je niet hetzelfde bent als je ouders
- Je kan uitleggen waarom je niet hetzelfde bent als je broertjes of zusjes
- Je kan uitleggen wat mutatie betekend
Stelling:
Wetenschappers moeten op zoek gaan naar manier om een super mens te gaan maken




Slide 5 - Slide

Uitleg!
Basisstof 3: Variatie in genotype
Uitleg is ..dia's


Timer:

Slide 6 - Slide

Genen en chromosomen
Wat is het verschil tussen genen en chromosomen?

Chromosomen zitten in elke celkern.
Daar heb je 23 paar van (dus 46 in totaal).
Op de chromosomen staan dus de genen.
Je hebt duizenden genen.

Slide 7 - Slide

Chromosomen en genen
Op de chromosomen die je van ouders hebt gekregen, staan dus ook veel genen. 
Deze zijn vaak hetzelfde. 

Slide 8 - Slide

Chromosomen
De chromosomen in je lichaam komen in paren voor.
Een van je vader, en een van je moeder.

Slide 9 - Slide

Genen
Soms zijn de genen op de chromosomen niet hetzelfde.

Ze verschillen per chromosoom.

Dat betekend dus dat het genotype anders kan zijn.
Er zit variatie in genotypen.

Slide 10 - Slide

Mutatie?!
Chromosomen, en dus ook genen, zijn gemaakt van DNA.

Dan wordt het DNA niet goed gekopieerd, en zijn de dochtercellen niet hetzelfde als de moedercel.
Zo'n verandering in het DNA heet een mutatie.


Slide 11 - Slide

Voorbeelden van mutatie
Een mutatie vanaf de geboorte waarbij  je lichaam geen pigment meer maakt, heet albinisme.
Een mens of dier met albinisme maakt geen pigment aan, en is daarom erg bleek

Slide 12 - Slide

Kanker
Er kan ook een mutatie ontstaan bij de celdeling.
Het " stop-met-delen" mechanisme van een cel kan muteren, en per ongeluk uitschakelen.
Een cel kan dan niet stoppen met delen.
Dat heet kanker. 

Slide 13 - Slide

Kanker
Als een cel met een kapot remmechanisme groeit, heet het een tumor.
Als een kankercel in het bloed terecht komt, kan die ook andere cellen ziek maken, die dan ook niet meer kunnen stoppen met delen. Dat heet dan een uitzaaiing. 

Slide 14 - Slide

Mutagene invloeden
Hoe kan een mutatie nou ontstaan?
Als een stof zo schadelijk is dat het je DNA kapot maakt, is dat een mutagene invloed. 
Hoe langer je er aan bloot gesteld wordt, hoe gevaarlijker en hoe meer DNA kan muteren. 

Slide 15 - Slide

Voorbeelden
Voorbeelden van mutagene invloeden?
Kan iemand iets opnoemen waardoor je een mutatie kan krijgen?

Mutagene invloeden
UV-straling van bv de zon, rook, asbest, röntgen straling
Veilige invloeden
Wifi, gebeten worden door een spin, magnetron, radiogolven, thee

Slide 16 - Slide

Einde uitleg
Zijn er nog vragen

Slide 17 - Slide

Aan de slag!
Maken: Vraag 1, 3, 7, 8, 9 en 10
Blz. 122 t/m 130
Tijd: 15 minuten
Vraag: Lees de tekst, of steek je hand op. 
Zachtjes overleggen
Klaar? Kijk na met een andere kleur. Antwoorden op Teams
timer
15:00

Slide 18 - Slide

Afronding

Slide 19 - Slide

Leerdoelen:
- Je kan uitleggen waarom je niet hetzelfde bent als je ouders
- Je kan uitleggen waarom je niet hetzelfde bent als je broertjes of zusjes
- Je kan uitleggen wat mutatie betekend

Stelling:




Slide 20 - Slide

Volgende les

Uitleg Basisstof 4
Evolutie
+
Toets
+
Herhaling?
Huiswerk:

Pak Plenda of agenda!

Maken Basisstof 3
Vraag 1, 3, 7, 8, 9 en 10
Blz. 122 t/m 130
Nakijken met een andere kleur



Slide 21 - Slide

Fijn weekend!

Slide 22 - Slide