Chromosomen en variatie in erfelijkheid

Heb je de opgegeven leerstof voor vandaag geleerd?
A
nee
B
een beetje
C
vrij goed
D
heel goed
1 / 28
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Heb je de opgegeven leerstof voor vandaag geleerd?
A
nee
B
een beetje
C
vrij goed
D
heel goed

Slide 1 - Quiz

Hoe heten de dunne draadjes on een celkern?
(meervoudsvorm intikken!)

Slide 2 - Open question

Hoeveel chromosomen zitten er in een lichaamscel? (10 seconden!)
A
23
B
46
C
92
D
184

Slide 3 - Quiz

Je hebt voor 100% hetzelfde DNA als je ouders (10 seconden!)
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

In elke celkern van je lichaam zit DNA met al je erfelijke eigenschappen
(10 seconden!)
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Bij celdeling worden eerst alle chromosomen gekopieerd
(10 seconden!)
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Bij celdeling ontstaat uit een moedercel twee dochtercellen
(10 seconden!)
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Een dochtercel bevat voor 100% hetzelfde DNA als de moedercel
(10 seconden!)
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Hoe wordt een stukje DNA met de code voor één erfelijke eigenschap genoemd?

Slide 9 - Open question

Met welk woord worden al je erfelijke eigenschappen sámen aangeduid?

Slide 10 - Open question

Met welk woord wordt een uiterlijk zichtbare eigenschap aangeduid?

Slide 11 - Open question

Erfelijkheid en evolutie
Basisstof 2: Chromosomen en genen (blz. 113-119)

Slide 12 - Slide

man of vrouw?
chromosomenportret

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoe groot is de kans dat een bevruchting tot een jongen of tot een meisje leidt?

Slide 16 - Slide

Erfelijkheid en evolutie
Basisstof 2: Variatie in genotype (blz. 122-129)

Slide 17 - Slide

Persoon 1
twee gelijke genen
Persoon 2
twee verschillende genen 
Verschilt het genotype?
Verschilt het fenotype?

Slide 18 - Slide

Persoon 1
twee gelijke genen
Persoon 2
twee verschillende genen 
Het afwijkende gen kan door een mutatie ontstaan zijn.

Slide 19 - Slide

Persoon 1
twee gelijke genen
Persoon 2
twee verschillende genen 
Het afwijkende gen kan door een mutatie ontstaan zijn.
Mutatie = verandering in het DNA
Mutaties ontstaan door mutagene invloeden

Slide 20 - Slide

Mutagene invloeden kunnen het
delingsgedrag van cellen veroorzaken: kanker

Slide 21 - Slide

Mutagene invloeden kunnen het
delingsgedrag van cellen veroorzaken: kanker
Lezen: blz. 122-124
Maken: opdracht 1, 2 en 3 (blz. 125)

Slide 22 - Slide

Hoe noemen we de chromosomen die het geslacht bepalen? ...chromosomen
Vul alleen het woord in dat op de puntjes hoort!

Slide 23 - Open question

Meisjes hebben ... (10 seconden!)
A
twee X-chromosomen
B
twee Y-chromosomen
C
zowel een X- als een Y-chromosoom

Slide 24 - Quiz

Hoe groot is de kans op een meisje na een bevruchting? (10 seconden!)
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 25 - Quiz

Hoe heet een verandering in het DNA?

Slide 26 - Open question

Vader heeft een mutatie op zijn Y-chromosoom. Kan zijn zoon dat krijgen? En zijn dochter (20 seconden!)
A
alleen zijn zoon
B
alleen zijn dochter
C
zowel zijn zoom als dochter

Slide 27 - Quiz

Nu maken: opdracht 5 t/m 9 (blz. 126-129)

Slide 28 - Slide