Week 3 - Lijdend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Zinsdelen

Strafwerk

Iris

Giel

Vicky

Jordi
Maud

Lisanne

Wessel

Lars
Shavienna

Vorige weken

Persoonsvorm

Onderwerp

Werkwoordelijk gezegde

Zinsdelen maken

Pietje heeft voor zijn moeder een boek gekocht.

Vorige weken

Persoonsvorm

Onderwerp

Werkwoordelijk gezegde

Zinsdelen maken

Pietje | heeft | voor zijn moeder | een boek | gekocht.

Vorige week

Persoonsvorm

Onderwerp

Pietje loopt met z'n moeder naar de winkel.

Pietje = onderwerp

Loopt = persoonsvorm

Werkwoordelijk gezegde

ALLE werkwoorden in de zin (dus ook de persoonsvorm!)

Oók splitsbare (die kun je uit elkaar halen) werkwoorden:

afstuderen, inleveren, opbellen, uitprinten 

Voorbeeld

1. De bruid en bruidegom hebben elkaar het jawoord gegeven.
2. Niels schept altijd teveel eten op.
3. Jelke moest hard lachen om het gekke gezicht van Joris.
4. M2B heeft zich vergist in het uur dat zou uitvallen.

Voorbeeld

1. De bruid en bruidegom hebben elkaar het jawoord gegeven.
2. Niels schept altijd teveel eten op.
3. Jelke moest hard lachen om het gekke gezicht van Joris.
4. M2B heeft zich vergist in het uur dat zou uitvallen.

Lijdend voorwerp

"Iets wat er niks aan kan doen dat het meedoet."

Klinkt moeilijk, maar:
"Ole koopt een boek."

"Meneer van Sleeuwen geeft huiswerk aan M2C."

Lijdend voorwerp

"Iets wat er niks aan kan doen dat het meedoet."

Klinkt moeilijk, maar:
"Ole koopt een boek."

"Meneer van Sleeuwen geeft huiswerk aan M2C."

Aan de slag

Waar? NUMO --> Taken 

Wat? Zinsdelen lijdend voorwerp maken

Tijd? Einde van de les, anders huiswerk

Vragen? Lees eerst zelf de vraag nog eens door, vraag het dan op fluisterniveau aan je buurmens, steek daarna je vinger op.