9 Jonge kinderen leren vanuit de spreektaal de tekstsoorten vertelling en verhaal te structureren.
10 a Jonge kinderen gebruiken een chronologische structuur (‘en toen, en toen’).
b Deze hoofdstructuur is onder te brengen onder ordening.
11 Ten eerste kun je vooraf aan het schrijven een tekst bespreken en het patroon aan hen uitleggen. Ook kun je leerlingen spontaan een eerste versie laten schrijven en die vervolgens bespreken en laten herschrijven op structuur.
12 De schrijver gebruikt hier de vraag-antwoordstructuur.
13 De kinderen leren zelf niet voldoende nadenken over een goede structuur van hun tekst.
14 Bijvoorbeeld: Alles heeft een structuur. Als je kennis hebt van tekststructuren, heb je handvatten om je tekst op een logische manier te ordenen.