What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
GL1 - Frans herhaling chap 5 gram en chap 6
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
we beginnen met het herhalen van het werkwoord avoir
Slide 2 - Slide
J' ... (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
ont
Slide 3 - Quiz
Il ... (avoir)
A
a
B
as
C
ai
D
ont
Slide 4 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons
Slide 5 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Vous ________ (avoir)
A
avez
B
as
C
ont
D
avons
Slide 6 - Quiz
elles (avoir)
A
avons
B
sont
C
ont
D
avez
Slide 7 - Quiz
nous (avoir)
A
sommes
B
allons
C
avez
D
avons
Slide 8 - Quiz
Vul de juiste vorm van avoir in:
Elle ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 9 - Quiz
Sophie et Julie (avoir)
A
a
B
ai
C
avez
D
ont
Slide 10 - Quiz
Sophie (avoir)
A
a
B
ai
C
avez
D
ont
Slide 11 - Quiz
de bijvoeglijke naamwoorden:
er komt een sleepvraag aan!
Slide 12 - Slide
Man. enk
man.
meerv
vrouw.
enk
vrouw.
meerv
regel.
klein
rood
grijs
-
-s
-es
petit
-e
petite
petits
petites
rouge
gris
grise
gris
grises
rouge
rouges
rouges
-
Slide 13 - Drag question
Het bijvoeglijke naamwoord
Man. enk
man.
meerv
vrouw.
enk
vrouw.
meerv
regel.
-
-s
-e
-es
klein
petit
petits
petite
petites
rood
rouge
rouges
rouge
rouges
grijs
gris
gris
grise
grises
Slide 14 - Slide
en dan nu de vraagwoorden!
en weer een sleepvraag!
Slide 15 - Slide
comment
combien
où
pourquoi
quand
qu'est-ce que
qui
waarom
hoeveel
wie
wat
hoe
waar
wanneer
Slide 16 - Drag question
Het werkwoord 'aller' (gaan)
schrijf het rijtje van 'aller'
Slide 17 - Open question
Wat is de futur proche?
A
Tegenwoordige tijd
B
Nabije toekomst
C
Verleden tijd
D
Voltooid tegenwoordige tijd
Slide 18 - Quiz
Futur proche in NL =
A
gaan + heel werkwoord
B
hebben + heel werkwoord
C
zijn + heel werkwoord
D
gaan
Slide 19 - Quiz
le futur proche (nabije toekomst)
je
manger
je vais mang
er
tu
regarder
tu vas regard
er
elle
chanter
elle va chant
er
nous
danser
nous allons dans
er
vous
jouer
vous allez jou
er
elles
nager
elles vont nag
er
Slide 20 - Slide
maak de futur PROCHE
Vous ............. (être)
A
allez être
B
serez
C
allez serez
D
êtes
Slide 21 - Quiz
Vul in:
Je ... (aller/futur proche)
A
vais
B
vais aller
C
vas aller
D
va allez
Slide 22 - Quiz
futur proche
je - parler
A
je vais parler
B
j'ai parlé
C
je parle
D
je parlerai
Slide 23 - Quiz
je - regarder (futur proche)
A
je vais regarder
B
je vas regarder
C
je regardera
D
je regarderai
Slide 24 - Quiz
futur proche - nous - plaisanter
A
nous avons plaisanté
B
nous plaisantons
C
nous allons plaisanté
D
nous allons plaisanter
Slide 25 - Quiz
Fin du cours
Succes met leren voor de toets!
Au revoir!
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
More lessons like this
1hv - Frans herhaling chap 5 gram en chap 6
September 2022
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1hv - Frans herhaling chap 5 gram en chap 6
June 2021
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1hv - Frans herhaling chap 5
June 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Frans 18 juni 2020
June 2020
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1hv - Frans herhaling chap 5 gram
February 2024
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Uitleg getallen t/m 2000 + oefeningen grammaire
October 2020
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Meestering de Tijden: Futur Proche en Passé Composé
January 2024
- Lesson with
13 slides
L6: Futur Proche
January 2024
- Lesson with
29 slides
Frans
Lager onderwijs