Spreekvaardigheid:
Ik kan antwoord geven op eenvoudige vragen.
Leesvaardigheid:
Ik kan de belangrijkste informatie halen uit korte leesteksten als ik weet waarover het gaat en er veel voor mij bekende woorden/uitdrukkingen worden gebruikt.
Ik begrijp zinnen en uitdrukkingen die gaan over het thema ‘mon idole’ / 'mon collège'
Ondersteunende vaardigheden:
Ik herken de imparfait en kan deze gebruiken.