Thema 6 - De rijkste stad van Europa
1 / 16
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoe noemen we de tijd van regenten en vorsten?
A
de Gouden Eeuw
B
de Handelseeuw
C
de Stapelmarkt
D
De Zilveren Eeuw
Slide 2 - Quiz
Amsterdam was in deze tijd een belangrijke ....
A
jaarmarkt
B
stapelmarkt
Slide 3 - Quiz
Wat was ook alweer een stapelmarkt?
Slide 4 - Open question
Michiel de Ruyter leidde ...............................
Hij versloeg ............................
Kooplieden stichtten .......................................... in verre landen
Die gebruikten ze voor .............................
de Zweden
de handel
de oorlogsvloot
de handelsposten
Slide 5 - Drag question
De VOC was het enige bedrijf dat mocht handelen in Azië.
Hoe heette dit?
Hoe heette dit?
A
de handelspost
B
het pakhuis
C
het alleenrecht
D
de wereldhandel
Slide 6 - Quiz
Welke producten kochten kooplieden uit de Republiek in het Oostgebied?
En wat vanuit Azië?
En wat vanuit Azië?
oostgebied
Azië
peper
graan
porselein
boter
zijde
hout
haring
zout
Slide 7 - Drag question
Waar of Niet Waar
Hugo de groot schreef een dik boek over de regels op zee
Hugo de groot schreef een dik boek over de regels op zee
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Waar of Niet Waar
Kaapvaart was verboden
Kaapvaart was verboden
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Waar of Niet Waar
Alleen regenten konden een aandeel in de VOC kopen
Alleen regenten konden een aandeel in de VOC kopen
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Waar of Niet Waar
De VOC maakte veel winst
De VOC maakte veel winst
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
de grachtengordel
het buitenhuis
het hofje
Slide 12 - Drag question
In de tijd van regenten en vorsten werd Amsterdam bestuurd door
A
de gilden
B
de VOC
C
rijke kooplieden
Slide 13 - Quiz
Wie woonden er in een hofje?
A
arme mensen
B
regenten
C
rijke kooplieden
D
weeskinderen
Slide 14 - Quiz
Wat hoort er bij een beurtschipper?
A
vaart op vaste tijden
B
kon je bellen als je hem nodig had
Slide 15 - Quiz
Wat hoort er bij een beurtschipper?
A
vaart van het ene naar het andere land
B
vaart over rivieren
