Hoofdstuk 04 - Naar het werk

Hoofdstuk 4 - Naar het werk
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 - Naar het werk

Slide 1 - Slide

1.
2.
3.
4.
Paul gaat naar zijn werk.
Paul drinkt thee
Paul pakt zijn jas.
Paul zoekt zijn jas.

Slide 2 - Drag question

Paul is een cursist.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Paul zoekt zijn bril.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Paul vergeet zijn jas.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Paul heeft leuk werk.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Paul denkt: Ik ben dom.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Welke zin is waar?
A
Paul drinkt koffie met melk.
B
Paul drinkt thee met veel suiker.
C
Paul drinkt thee zonder suiker.

Slide 8 - Quiz

Welke zin is waar?
A
Paul drinkt rustig thee.
B
Paul drinkt geen thee.
C
Paul drinkt snel thee.

Slide 9 - Quiz

Welke zin is waar?
A
Paul zoekt zijn thee.
B
Paul zoekt zijn fiets.
C
Paul zoekt zijn bril.

Slide 10 - Quiz

Welke zin is waar?
A
Paul werkt in de kantine.
B
Paul is een cursist.
C
Paul is docent op een school.

Slide 11 - Quiz

Welke zin is waar?
A
Paul gaat zonder jas naar zijn werk.
B
Paul gaat zonder bril naar zijn werk.
C
Paul is docent op een school.

Slide 12 - Quiz

Welke zin is waar?
A
Paul gaat zonder jas naar zijn werk.
B
Paul gaat zonder bril naar zijn werk.
C
Paul gaat zonder fiets naar zijn werk.

Slide 13 - Quiz

De bril van Paul 
Het werk van Paul

De fiets van Paul
drinken
kijken
lopen

Slide 14 - Drag question

Paul vergeet zijn bril. Dat is ...

Slide 15 - Mind map

Paul doet suiker in zijn thee.

Hij vindt het ...

Slide 16 - Mind map

Paul doet niet weinig suiker in zijn thee, maar ...

Slide 17 - Mind map

Paul drinkt niet snel, maar ...

Slide 18 - Mind map

Paul gaat naar zijn werk.
Zijn werk is ...

Slide 19 - Mind map

Paul is buiten.
Hij gaat ... naar binnen.

Slide 20 - Mind map