T2 - Lezen, p.6 (feiten, meningen, argumenten)

Lezen, p. 6: feiten, meningen en argumenten

Vmbo-t leerjaar 2
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen, p. 6: feiten, meningen en argumenten

Vmbo-t leerjaar 2

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt  onderscheid maken tussen standpunten en argumenten.
  • Je kunt tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden. 

Slide 2 - Slide

Welke tekstverbanden
ken je nog?

Slide 3 - Mind map

Theorie: feiten, meningen en argumenten

  • Feit >  iets waarvan je kunt controleren of het waar/onwaar is.
  • Mening/standpunt > wat iemand van iets vindt.
  •  Argumentwaarom  iemand iets vindt.

Slide 4 - Slide

Theorie (2)
Voorbeeld feit: 
  • Rapper Sjors heeft 49 honden. > onwaar feit
  • De maand februari valt in de winter. > waar feit

Voorbeeld mening + argument:
  • Ik vind pizza margherita  lekker (SP), want ik hou erg van kaas en tomaat (AG).

Slide 5 - Slide

Theorie (3)
  • Een mening kun je herkennen aan signaalwoorden als ik vind, volgens mij, lijkt mij, naar mijn mening, mijns inziens.

  • Een argument  kun je herkennen aan signaalwoorden als want, omdat, namelijk en immers.

Slide 6 - Slide

De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt vijftig euro kleedgeld per maand.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quiz

Volgens mij is het onverantwoord om te veel geld te geven aan jonge kinderen.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 8 - Quiz

Het is onverantwoord om aan jonge kinderen te veel geld te geven, want...

Slide 9 - Open question

Opdrachten/Huiswerk

  • Lezen, p. 6: maak de opdrachten in de planning.

Je kunt de rest van de les werken aan deze opdrachten of verder lezen in je leesboek. Wat je niet af krijgt, maak je als huiswerk. 

Slide 10 - Slide

Reflectie
  • Je kunt onderscheid maken tussen standpunten en argumenten.
  • Je kunt tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden. 

Slide 11 - Slide

Welke tekstverbanden
ken je nog?

Slide 12 - Mind map