This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom
Weektaak
Leerdoelen
Uitleg
Aan de slag
Slide 1 - Slide
Weektaak
- Lezen §7.2 en §7.3 (voorafgaand aan de les)
- Mindmap maken (tip/advies), mag je laten controleren
- Maken opdrachten §7.2 en §7.3 (thuis/KWT)
Slide 2 - Slide
Leerdoelen 7.3 Samen leven
Leerdoelen:
Je kan uitleggen welke vormen van langdurige relaties er tussen soorten zijn en toelichten of ze een voordeel, een nadeel of geen van beiden opleveren.
Een symbiose is een langdurige relaties tussen organismen van verschillende soorten.
Minstens 1 soort heeft voordeel hiervan.
Slide 5 - Slide
Drie vormen van symbiose
Mutualisme - beide soorten hebben voordeel.
Parasitisme - één soort heeft voordeel, de ander heeft nadeel.
Commensalisme - één soort heeft voordeel, de andere geen nadeel.
Soort 1
Soort 2
Mutualisme
+
+
Parasitisme
+
-
Commensalisme
+
Slide 6 - Slide
1a. Als je samen met een klasgenoot een werkstuk maakt, is dat geen symbiose. Leg uit waarom dit geen symbiose is.
Slide 7 - Open question
2. (Bron 9 en 10) Er leven teken op de kop van een hond en zuigvissen op de rug van een walvishaai. Toch zijn de symbiosevormen verschillend. Wat is het verschil?
Slide 8 - Open question
Epifytisme
Een speciale vorm van commensalisme is epifytisme. Hierbij groeit de ene soort plant op de andere soort plant.
De boomstam dient als ondergrond voor de klimop.
Kortsmossen en algen leven op de boomstam van de boom.
Slide 9 - Slide
Roodborst voert een jonge koekoek
Welke samenlevingsvorm is dit?
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme
D
Epifytisme
Slide 10 - Quiz
Een bij bestuift een bloem
Welke samenlevingsvorm is dit?
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme
D
Epifytisme
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Uit de tekst blijkt dat er tijdens het broeden van beide vogels een bijzondere relatie bestaat tussen roodhalsganzen en slechtvalken. Hoe wordt deze relatie genoemd?