Taalactieftaal thema, les 7: tijdproef

Taal
Persoonsvorm en onderwerp.

Je gebruikt je eigen naam.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Taal
Persoonsvorm en onderwerp.

Je gebruikt je eigen naam.

Slide 1 - Slide

Hoe kan je de persoonsvorm vinden?

Slide 2 - Open question

De tijdproef
Ik kan de persoonsvorm van een zin vinden door de tijd te veranderen.
Lesdoel:

Slide 3 - Slide

Uitleg: persoonsvorm?
De persoonsvorm is het belangrijkste werkwoord in de zin.
Het zegt wat het onderwerp doet.



Ik loop naar school.
De auto rijdt over de brug.
De kaas heeft gaten.

Slide 4 - Slide

Bij de tijdproef zoek je de persoonsvorm door een andere tijd te gebruiken. 
Voorbeelden:
Hij woont in het hart van de stad.
Hij woonde....
Het is een beer van een vent.
Door hem ben ik nu mooi de sigaar.
Natalie staat te springen om op vakantie te gaan.

Slide 5 - Slide

Tegenwoordige tijd 

De kleuter draagt een trui.

Een kastanjeboom kleurt bruin.

De takken vallen op de grond.

Verleden tijd

De kleuter ... een trui.

Een kastanjeboom ... bruin.


De takken ... op de grond.



Slide 6 - Slide

Korte quiz
Jullie krijgen een zin. Je verandert de tijd van de persoonsvorm.

Slide 7 - Slide

Verander de persoonsvorm van tijd.
De man leest de krant.

Slide 8 - Open question

Verander de persoonsvorm van tijd.
Groeit de plant hard?

Slide 9 - Open question

Verander de persoonsvorm van tijd.
De bladeren zijn glad.

Slide 10 - Open question

Verander de persoonsvorm van tijd.
De eekhoorn eet de kastanje.

Slide 11 - Open question

Aan elkaar uitleggen:
Wat zijn de persoonsvorm en het onderwerp?

1: Tijdens de theatervoorstelling zitten de kinderen op zachte stoelen.
2: De juf knutselt met de kinderen een herfststuk.
3: Ik liet het potlood op de grond vallen.

Slide 12 - Slide

Hoe vind jij de persoonsvorm het makkelijkst? Tijdsproef, getalsproef, vraagproef.

Slide 13 - Open question

Kan jij nu de tijdsproef gebruiken om de persoonsvorm te vinden?
Ja!
Nee, nog niet.
Soms wel, soms niet.

Slide 14 - Poll

Verwerking:
Maak taal, blok 3, les 7 */**
Klaar? Doe les 10 */** 
Taalactief, thema 3, week 1 & 2

Slide 15 - Slide