This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H3 Doelgroep en Markt
Doelgroep
Segmentatie!
Markt ! (oftewel de vraag)
Slide 1 - Slide
Wat gaan we leren?
* Wat is marktsegmentatie?
* Waarom doen we aan marktsegmentatie?
* Wat is een generieke vraag?
* Wat is een primaire vraag?
* Wat is een secondaire vraag?
* Wat is een selectieve vraag?
* Wat is een afgeleide vraag?
Slide 2 - Slide
Segmentatie
Het verdelen van markt naar doelgroepen
Bijv.
Je verkoopt een nieuw soort mobiele verlichting doormiddel van hele sterke ledverlichting!
Slide 3 - Slide
Segmenteren naar doelgroep
"Ik richt mij op jongeren met een scooter!"
"Ik richt mij op volwassenen met een fiets!"
"Ik richt mij op ouderen met een scootmobiel!"
Hoe benader je de verschillende marktsegmenten?
Slide 4 - Slide
De Markt (Dit betekend eigenlijk de gehele vraag naar een product)
Slide 5 - Slide
Generieke Vraag?
Generieke vraag
De generieke vraag is de vraag naar producten om een bepaalde behoefte te bevredigen. Bijvoorbeeld: door de behoefte aan drinken ontstaat de vraag naar dorstlessers/drank.
Slide 6 - Slide
Primaire vraag
Vanuit de vraag naar dorstlessers/drank onderscheid je eerst (primair) de vraag naar een productsoort. Bijvoorbeeld de vraag naar frisdrank. Die vraag noem je daarom de primaire vraag (ook wel de oorspronkelijke vraag of, bij consumentenproducten, de finale vraag genoemd).
Slide 7 - Slide
Secondaire vraag
Er zijn verschillende frisdranken en daarbinnen verschillende merken. Dat is de tweede stap die de afnemer zet bij het bepalen van zijn vraag. Daarom duid je deze vraag aan met het begrip ‘secundaire vraag’. Bijvoorbeeld de vraag naar Coca-Cola.
Slide 8 - Slide
Selectieve vraag
De selectieve vraag is de verhouding tussen de secundaire vraag en de primaire vraag. Deze vormt een marktaandeel. Zo geeft de procentuele verhouding van de vraag naar Coca-Cola gedeeld door de vraag naar frisdranken het marktaandeel van Coca-Cola aan.
Slide 9 - Slide
Afgeleide vraag
De afgeleide vraag is de vraag naar industriële producten die veroorzaakt wordt door de primaire vraag en de secundaire vraag. De vraag naar suikers of zoetstoffen is een afgeleide vraag van de vraag naar frisdranken
Slide 10 - Slide
Na het sporten heb je dorst en wil je wat drinken. dit behoort tot de:
A
Generieke vraag
B
Primaire vraag
C
Secondaire vraag
D
Afgeleide vraag
Slide 11 - Quiz
Je vraagt om frisdrank. Dit behoort tot de:
A
Generieke vraag
B
Primaire vraag
C
Secondaire vraag
D
Afgeleide vraag
Slide 12 - Quiz
De barman noemt alle frisdranken op en jij kiest Coca-Cola. Dit behoort tot de:
A
Generieke vraag
B
Primaire vraag
C
Secondaire vraag
D
Afgeleide vraag
Slide 13 - Quiz
Door de grote vraag naar Coca-Cola stijgt ook de vraag naar het hoofdingrediënt: Cocabladeren!
A
Generieke vraag
B
Primaire vraag
C
Secondaire vraag
D
Afgeleide vraag
Slide 14 - Quiz
De effectieve vraag wordt gevormd door drie vraagsoorten in een bepaalde markt:
* Herhalingsvraag
* Uitbreidingsvraag
Initiele vraag
additionele vraag
* Vervangingsvraag
Ik koop telkens DE koffie
De eerste keer dat ik een Iphone koop
De tweede Iphone die ik voor werk gebruik
Ik vervang mij Iphone met de Note 21 Ultra
Slide 15 - Slide
Ik koop een extra auto voor mijn vrouw omdat we zijn verhuist. dit is een voorbeeld van:
A
Initiële vraag
B
Additionele vraag
C
Vervangingsvraag
D
Slecht Idee
Slide 16 - Quiz
Ik wissel mijn diesel auto in voor een Tesla
A
Initiële vraag
B
Additionele vraag
C
Vervangingsvraag
D
Slecht Idee
Slide 17 - Quiz
Ik heb net voor het eerst een bureaustoel voor thuis gekocht
A
Initiële vraag
B
Additionele vraag
C
Vervangingsvraag
D
Slecht Idee
Slide 18 - Quiz
Ik ga altijd op vrijdag even naar frietkraam om patatje mayo te halen
A
Initiële vraag
B
Additionele vraag
C
Vervangingsvraag
D
Herhalingsvraag
Slide 19 - Quiz
Ik ga altijd om 21:15 nog even naar frietkraam om patatje mayo te halen