This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Elektrische lading en elektrische krachten
Slide 1 - Slide
Test jezelf
Beantwoord de volgende 4 vraagjes en test je voorkennis over het onderwerp elektrische lading en elektrische krachten.
Slide 2 - Slide
Uit welke deeltjes bestaat een atoom?
Slide 3 - Open question
Wat is de lading van een elektron?
A
+
B
-
C
0
Slide 4 - Quiz
Wat is de lading van een proton?
A
+
B
-
C
0
Slide 5 - Quiz
Wat is de lading van een neutron?
A
+
B
-
C
0
Slide 6 - Quiz
Hoe werkt elektische lading?
Bekijk de video op de volgende slide en beantwoord de bijhorende vraagjes.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Wanneer is iets neutraal?
A
meer + dan - deeltjes
B
evenveel + als - deeltjes
C
meer - dan + deeltjes
Slide 9 - Quiz
Wanneer is iets geladen?
A
meer + dan - deeltjes
B
evenveel + als - deeltjes
C
meer - dan + deeltjes
Slide 10 - Quiz
Gelijke ladingen ...
A
stoten elkaar af
B
trekken elkaar aan
Slide 11 - Quiz
Ongelijke ladingen ...
A
stoten elkaar af
B
trekken elkaar aan
Slide 12 - Quiz
Lading Q
Lading wordt voorgesteld door het symbool Q.
Een hoeveelheid lading drukt je uit in coulomb (C).
Een lading van 1 C is een hele grote lading, daarom wordt lading vaak uitgedrukt in mC of µC.
Slide 13 - Slide
Betekend "gelijke ladingen" dat de lading exact edentiek zijn?
Slide 14 - Open question
Oorsprong van elektische lading
Bekijk de video op de volgende slide en beantwoord de bijhorende vraagjes.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Waarom kan een atoom neutraal zijn ondanks het postieve en negatieve lading bevat?
Slide 17 - Open question
Welke lading krijgt de ballon?
A
+
B
-
Slide 18 - Quiz
Waarom wordt de ballon negatief geladen en niet positief?
A
Omdat de ballon positief geladen is
B
Omdat op de buitenste schil protonen zitten
C
Omdat op de buitenste schil elektronen zitten
D
Omdat elektronen een kleinere massa hebben
Slide 19 - Quiz
Waarom reageert de neutrale muur ook op de ballon?
Slide 20 - Open question
Atoommodel
De positieve kern trekt negatieve elektronen aan -> elektronen op de buitenste baan zijn zwakker gebonden -> hoe verder weg van de kern, hoe minder sterk de elektronen aan de kern gebonden zijn.
Valentie-elektronen = elektronen op de buitenste schil
Vrij elektron = elektron dat loskomt uit het atoom
Positief ion = atoom waarin het aantal protonen > het aantal elektronen
Slide 21 - Slide
Denkoefening
1. Beantwoord de denkoefeningen op de volgende 3 slides.
Slide 22 - Slide
Wat is het teken van de ladingen van de aluminiumbolletjes?
A
A=-,B=+,C=+,D=-
B
de lading van elke bol is neutraal of nul
C
A=+,B=-,C=-,D=-
D
A=-,B=-,C=-,D=-
Slide 23 - Quiz
Wat is het teken van de ladingen van de aluminiumbolletjes?
A
A=-,B=+,C=+,D=-
B
de lading van elke bol is neutraal of nul
C
A=+,B=-,C=-,D=-
D
A=-,B=-,C=-,D=-
Slide 24 - Quiz
Wat is het teken van de ladingen van de aluminiumbolletjes?
A
A=-,B=+,C=+,D=-
B
de lading van elke bol is neutraal of nul
C
A=+,B=-,C=-,D=-
D
A=-,B=-,C=-,D=-
Slide 25 - Quiz
Hoe ontstaat bliksem?
Op de volgende slide vind je een video van de universiteit van nederland over "Hoe ontstaat bliksem?".
Altijd leuk om eens te bekijken ;)
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Opracht
Voer zelf een proefje uit gerelateerd aan elektrische lading en maak hiervan een korte video (max. 2 minuten). Beschrijf kort in de video wat er gebeurt met de ladingen. Upload de video naar smartschool.
Kies een proefje uit de eerste video van deze presentatie, kies één van de voorbeeld proefjes op de volgende slide of zoek/verzin zelf een proefje.