2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen en 2.2 Functies

H 2                                                         2.1 & 2.2
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H 2                                                         2.1 & 2.2

Slide 1 - Slide

Doel van dit hoofdstuk
Je leert in dit thema hoe je ervoor kunt zorgen dat je gezond eet. De meeste voedingsmiddelen moeten eerst worden verteerd voor ze kunnen worden opgenomen in het bloed. 

In dit hoofstuk leer je hoe. 

Slide 2 - Slide

Doel van 2.1 
 Je kunt de functies van voedingsstoffen noemen.

Slide 3 - Slide

Voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen zijn alles wat je eet. 

Slide 4 - Slide

Plantaardige voedingsmiddelen
Veel voedingsmiddelen zijn plantaardig. Vaak eet je niet de hele plant. 

Slide 5 - Slide

Wortel


Van radijsjes eet je de wortel. 

Slide 6 - Slide

Stengel


Van asperges eet je de stengel. 

Slide 7 - Slide

Bladeren


Van sla eet je de bladeren. 

Slide 8 - Slide

Bloemen


Van broccoli eet je de bloemen. 

Slide 9 - Slide

Vruchten


Bij appels eet je de vruchten. 

Slide 10 - Slide

Zaden


Bij een zonnebloem eet je de zaden. 

Slide 11 - Slide

Wat eet je bij een:

Chinese kool
A
Wortel
B
Bladeren
C
Stengel
D
Vruchten

Slide 12 - Quiz

Wat eet je bij een:

Bleekselderij
A
Wortel
B
Bladeren
C
Stengel
D
Vruchten

Slide 13 - Quiz

Wat eet je bij:

Druiven
A
Wortel
B
Bladeren
C
Stengel
D
Vruchten

Slide 14 - Quiz

Wat eet je bij:

Kappertjes
A
Bloemen
B
Bladeren
C
Stengel
D
Vruchten

Slide 15 - Quiz

Aubergines?
A
Wortel
B
Bladeren
C
Stengel
D
Vruchten

Slide 16 - Quiz

Cashewnoten?
A
Wortel
B
Stengel
C
Zaden
D
Vruchten

Slide 17 - Quiz

Kidneybonen?
A
Stengel
B
Bladeren
C
Zaden
D
Vruchten

Slide 18 - Quiz

Gember
A
Wortel
B
Bladeren
C
Stengel
D
Vruchten

Slide 19 - Quiz

Kaneel
A
Wortel
B
Bladeren
C
Stengel
D
Schors

Slide 20 - Quiz

Dierlijke voedingsmiddelen
Een ander deel van de voedingsmiddelen is dierlijk. 

Dit kan vlees zijn, maar ook melk, eieren, boter, kaas, yoghurd etc. 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Aan de slag
We gaan aan de slag met 2.1. LEES de tekst in je leerwerkboek en MAAK de opdrachten. 

Slide 23 - Slide

Doel van 2.2 
Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies.

Slide 24 - Slide

Voedingsstoffen
Voedingsmiddelen bestaan uit voedingsstoffen. 

Een deel daarvan is niet verteerbaar. Dit noem je voedingsvezel en is heel belangrijk voor je darmen. 

Slide 25 - Slide

Voedingsstoffen
- Bouwstoffen: groei en ontwikkeling (nieuwe cellen)
- Brandstoffen: energie
- Reserve stoffen: opgeslagen energie
- Beschermende stoffen: weerstand en goed functioneren van organen en processen

Slide 26 - Slide

Eiwitten


Bouwstof


Te veel? Brandstof

Slide 27 - Slide

Koolhydraten

Brandstof, bouwstof of reservestof

Slide 28 - Slide

Vetten

Brandstof, bouwstof of reservestof

Slide 29 - Slide

Water


Vervoer stoffen


Je vindt het in dranken, fruit en groente

Slide 30 - Slide

Vitamines

Bouwstoffen en beschermende stoffen

Slide 31 - Slide

0

Slide 32 - Video

Mineralen

Bouwstoffen en beschermstoffen

Zout is ook een mineraal. 

Slide 33 - Slide

Hongerklop

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Aan de slag
We gaan aan de slag met 2.2, LEES de tekst in je leerwerkboek en MAAK de opdrachten. 

Slide 36 - Slide