What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Nederlands Via Vooraf Op weg naar 1F H3 les 1
Nederlands Via Vooraf H3
In de vorige periode hebben we spelling gedaan via Strux en dit afgesloten met dictees.
Nu H3: Natuur
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands Via Vooraf H3
In de vorige periode hebben we spelling gedaan via Strux en dit afgesloten met dictees.
Nu H3: Natuur
Slide 1 - Slide
Doel voor vandaag:
Aan het einde van deze les ken je 15 moeilijke woorden die met
de natuur
te maken hebben.
Slide 2 - Slide
Wat betekent: de afvalscheiding?
A
het apart inzamelen van afval
B
klimaatverandering
C
goed voor het milieu
D
recyclen van afval
Slide 3 - Quiz
Wat betekent: biologisch?
A
het milieu
B
de vervuiling
C
op een natuurlijke manier gemaakt of gegroeid
D
alle grond, lucht en water om ons heen
Slide 4 - Quiz
Wat is: Het klimaat?
A
ons milieu
B
het soort weer dat bij een bepaald land of gebied hoort.
C
alles om ons heen wat niet door mensen gemaakt is
D
de voorspelling van het weer
Slide 5 - Quiz
Wat is: een landschap?
A
alle grond, lucht en water om ons heen
B
één van de vier delen van het jaar
C
een groot stuk land
D
hoe een stuk land eruit ziet
Slide 6 - Quiz
Wat is: het milieu?
A
het landschap dat je ziet
B
hoe alles groeit en bloeit
C
alle grond, lucht en water om ons heen
D
alle planten, bomen en dieren
Slide 7 - Quiz
Wat wordt bedoeld met :
de natuur?
A
alle grond, lucht en water om ons heen
B
alle planten, bomen en dieren om ons heen
C
het soort weer
D
een groot bos met oude bomen
Slide 8 - Quiz
Wat is: een oceaan?
A
Een grote zee tussen twee delen van de wereld.
B
Een grote zee bij een land.
C
Eén van de 4 seizoenen.
D
Het vies worden van het water.
Slide 9 - Quiz
Wat is: recyclen?
A
het vies worden
B
het weggooien
C
opnieuw gebruiken
D
kinderen of jongen krijgen
Slide 10 - Quiz
Wat is: een regenwoud
A
Een bos waar het bijna altijd regent.
B
Een groot bos in het buitenland.
C
Een groot bos in een warm gebied waar het veel regent.
D
Een vervuild groot bos.
Slide 11 - Quiz
Wat is: een seizoen
A
Een lekkere zoen.
B
Eén van de vier delen van het jaar.
C
De zomer en de lente
D
De herfst , winter, lente en zomer.
Slide 12 - Quiz
Wat is: uitsterven?
A
doodgaan
B
het ophouden te bestaan van een soort plant of dier
C
dieren die doodgaan
D
planten, dieren en mensen die doodgaan
Slide 13 - Quiz
Wat betekent: vegetarisch?
A
vleeseter
B
waar geen vlees of vis in zit
C
waar geen vlees in zit
D
waar geen vis in zit
Slide 14 - Quiz
Wat is: vervuiling?
A
het vies worden
B
rotzooi opruimen
C
vuilnis wegbrengen
D
de vieze auto wassen
Slide 15 - Quiz
Wat betekent: zich voortplanten?
A
Planten in de grond zetten
B
plantjes kweken
C
zaadjes in de grond doen
D
kinderen of jongen krijgen
Slide 16 - Quiz
Wat is een weersverwachting?
A
dat het gaat regenen
B
dat het gaat waaien
C
de voorspelling van het weer
D
dat het kan vriezen of dooien
Slide 17 - Quiz
More lessons like this
Nederlands Via Vooraf Op weg naar 1F H3 les 1
March 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Moeilijke woorden H3 Nederlands
April 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
deviant thema 3 natuur woordenschat oefenen
June 2022
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Via Vervolg thema 3 hoofdstuk 1 'belangrijke woorden'
April 2024
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3,4
7.0 Planten en dieren
February 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Nederlands Thema 3 moeilijke woorden
March 2022
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Moeilijke woorden thema 3 Natuur
February 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
ISK
Nederlands Starttaal thema 3 hoofdstuk 1
September 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1