Lezen les 4

Lezen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Met elkaar nadenken over betrouwbaarheid, satire en kleur van teksten
  • Oefentoets

Slide 2 - Slide

Lezen 5 (toets 10/11)
Kennen:
- leesmanieren, tekstgeraamte, leesstrategieën, feiten en meningen, signaalwoorden
Kunnen:
- Satire herkennen, tekstdoel vaststellen en nepnieuws herkennen
- Onderwerp van een tekst + hoofdgedachte herkennen en benoemen
- Informatie uit een tekst halen en weergeven
- Betrouwbaarheid van een tekst vaststellen en benoemen
- Het nut van het voeren van gesprekken over teksten beschrijven 




Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Seintjes en signalen
Een schrijver heeft meestal zelf ook een mening over het onderwerp waarover hij schrijft, hij ‘vindt er iets van’ en geeft onbewust kleur aan zijn tekst. Als hij bijvoorbeeld een woordje als mooi, onverwacht of jammer gebruikt, zegt dat eigenlijk iets over zijn mening. 

Onbewust kleur geven is meestal vrij onschuldig en maakt dat een artikel aantrekkelijker is om te lezen. 

Slide 5 - Slide

Seintjes en signalen
Een schrijver kan ook op een bewuste manier kleur geven aan een tekst. Dat kan hij doen om verschillende redenen:
  • De aandacht trekken
  • Politieke voorkeur kenbaar maken
  • Lezer beïnvloeden/overtuigen
  • Propaganda 
Het bewust delen van nepnieuws of het bewust achterhouden van feiten/informatie om mensen te beïnvloeden.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Propaganda of satire
Satire is de spot drijven met personen, normen en waarden of tradities. Zo wordt op humoristische wijze maatschappijkritiek geleverd. Satire heeft geen schadelijke bedoelingen.

Propaganda een vorm van nepnieuws is -> er worden bewust berichten gedeeld (of informatie achtergehouden) om mensen te beïnvloeden.

Slide 8 - Slide

De avondshow
Voorbeeld van satirisch programma waarin propaganda en nepnieuws aan de orde komen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Oefentoets

Slide 11 - Slide

Lezen 5 (toets 10/11)
Kennen:
- leesmanieren, tekstgeraamte, leesstrategieën, feiten en meningen, signaalwoorden
Kunnen:
- Satire herkennen, tekstdoel vaststellen en nepnieuws herkennen
- Onderwerp van een tekst + hoofdgedachte herkennen en benoemen
- Informatie uit een tekst halen en weergeven
- Betrouwbaarheid van een tekst vaststellen en benoemen
- Het nut van het voeren van gesprekken over teksten beschrijven 




Slide 12 - Slide