What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3vH Herhaling H1 Kopen en werken
Wat is de juiste omschrijving van zakgeld?
A
Geld dat je zonder er iets voor hoeft te doen krijgt van je ouders / verzorgers
B
Geld dat je voor een tegenprestatie krijgt van je ouders / verzorgers
C
Geld dat je verdient met een bijbaantje
D
Geld dat je ouders / verzorgers voor je sparen voor later
1 / 18
next
Slide 1:
Quiz
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is de juiste omschrijving van zakgeld?
A
Geld dat je zonder er iets voor hoeft te doen krijgt van je ouders / verzorgers
B
Geld dat je voor een tegenprestatie krijgt van je ouders / verzorgers
C
Geld dat je verdient met een bijbaantje
D
Geld dat je ouders / verzorgers voor je sparen voor later
Slide 1 - Quiz
€ 4,00 per week, hoeveel is dat per maand?
A
€23,08
B
€16,00
C
€17,33
D
€18,91
Slide 2 - Quiz
Hoe noemen we contact geld ook wel?
A
Giraal geld
B
Chiraal geld
C
Gartaal geld
D
Chartaal geld
Slide 3 - Quiz
Hoe heet de stichting die je adviezen en informatie geeft over je geldzaken?
A
SIRE
B
NIBUD
C
NPO
D
STER
Slide 4 - Quiz
Hoe noemn we een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven?
A
Koopkracht
B
Begroting
C
Saldo
D
Kasboek
Slide 5 - Quiz
Wat is een voorbeeld van vaste lasten?
A
Huur
B
Gas/water/licht
C
Spotify abonnement
D
Reparatie van je laptop
Slide 6 - Quiz
Ik heb €18,30, een blikje chocomel kost €2,50 en een Twix kost €1,80.
Als ik 3 blikjes chocomel koop, hoeveel Marsen kan ik dan nog kopen?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 7 - Quiz
Hoe heet de grafiek die we kunnen tekenen bij de vorige vraag?
A
Budgetlijn
B
Begroting
C
Incidentele lijn
D
Uitgaven
Slide 8 - Quiz
Hoe noemen we het als we bewust geld opzij leggen om er over een bepaalde tijd een bepaald iets mee willen kopen
A
Sparen
B
Reserveren
C
Begroten
D
Budgetteren
Slide 9 - Quiz
Wat is een voorbeeld van huishoudelijke uitgaven?
A
Brood
B
Fiets
C
Bioscoopbezoek
D
Groente
Slide 10 - Quiz
Ander woord voor
huishoudelijke uitgaven?
Slide 11 - Mind map
Waar gaat het geld van een huishouden naar toe?
A
Dagelijkse uitgaven
B
Vaste lasten
C
Reserveringen
D
Sparen
Slide 12 - Quiz
Waarin staat de verantwoording / toelichting van de uitgaven van de overheid
A
Rijksbegroting
B
Troonrede
C
Miljoenennota
D
Kasboek
Slide 13 - Quiz
Waaraan geeft de overheid het meeste geld uit?
A
Zorg
B
Onderwijs
C
Sociale zekerheid
D
Rentelasten
Slide 14 - Quiz
Wat is de grootste inkomstenbron van de overheid
A
Rente op leningen
B
Obligaties
C
Gasbaten
D
Belastingen
Slide 15 - Quiz
Is accijns een directe of indirecte belasting?
A
Direct
B
Direct
C
Indirect
D
Indirect
Slide 16 - Quiz
Wat is accijns
A
belasting op een product waar de overheid het gebruik van wil afremmen
B
belasting op de toegevoegde waarde
C
belasting op de winst van grotere bedrijven
D
invoerrechten
Slide 17 - Quiz
Vennootsschapsbelasting is een vorm van
A
Indirecte belastingen
B
Directe belastingen
C
Indirecte belastingen
D
Directe belastingen
Slide 18 - Quiz
More lessons like this
3vH Herhaling H1 Kopen en werken
September 2024
- Lesson with
22 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3vH Herhaling H1 Kopen en werken
September 2023
- Lesson with
25 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
K&W H1 bouwsteen 1.2 + herhaling
October 2024
- Lesson with
14 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Oefen voor toets H1 en 2 Kopen en werken
September 2023
- Lesson with
30 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
1.3 Budgetteren moet je leren
August 2018
- Lesson with
42 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Budgetteren
January 2019
- Lesson with
24 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2,3
Economie voor vmbo
2.4 Leren budgetteren
August 2018
- Lesson with
45 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Inkomsten en uitgaven van de overheid
January 2019
- Lesson with
26 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo