- Natuurlijke immuniteit -
Ziekteverwekkers dringen het lichaam binnen; witte bloedlichaampjes maken er zoveel mogelijk onschadelijk door fagocytose (afb 9), andere witte bloedlichaampjes maken antistoffen specifiek tegen deze ziekteverwekker (afb 46) en maken de rest onschadelijk. Deze laatste onthouden hoe deze ziekteverwekker eruit ziet, dit noemen we een blauwdruk
- kunstmatige immuniteit -
Een injectie van onschadelijk gemaakte ziekteverwekkers wordt ingebracht (een vaccin), witte bloedlichaampjes reageren en maken een blauwdruk. Daardoor worden bij een volgende infectie antistoffen sneller aangemaakt en wordt je dus minder snel ziek. Je ben immuun
Er kan ook een serum ingespoten worden met antistoffen erin, dit werkt als medicijn; je maakt geen blauwdruk en bent daarna dus niet immuun.