What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Woordenschat les 6 - De tegengestelde betekenis
Woordenschat les 5
Op tafel: werkboekje - telefoon - pen - agenda
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordenschat les 5
Op tafel: werkboekje - telefoon - pen - agenda
Slide 1 - Slide
Vorige les
Doel: je weet wat voorbeelden zijn.
Doel: je kunt voorbeelden herkennen in een tekst.
Slide 2 - Slide
Wat is het voorbeeld?
De meeste zuivelproducten, bijvoorbeeld melk en kaas, bewaar je in de koelkast.
Slide 3 - Open question
Wat is het voorbeeld?
op de leestafel liggen allerlei dagbladen, zoals de telegraaf en de NRC.
Slide 4 - Open question
Wat is het voorbeeld?
er zijn allerlei feestartikelen te koop; je moet dan denken aan slingers, ballonnen en fopneuzen
Slide 5 - Open question
Wat is het voorbeeld?
bouwgereedschap ( steigers, muurzagen en dergelijke) kun je ook huren.
Slide 6 - Open question
Nakijken opdracht 2
les 4 (voorbeelden)
Slide 7 - Slide
Woordenschat les 5
doel: Je weet wat een tegengestelde betekenis is.
Doel: Je kunt een tegengestelde betekenis in de tekst vinden.
Slide 8 - Slide
Wat is de tegenstelling van:
Donker
Slide 9 - Mind map
Wat is de tegenstelling van:
alleen
Slide 10 - Mind map
Wat is een tegengestelde betekenis?
Een woord betekent dan precies het tegenovergestelde
Slide 11 - Slide
Signaalwoorden voor tegenstellingen
maar
anderzijds
daarentegen
echter
evenwel
hoewel
aan de andere kant
Slide 12 - Slide
Welk signaalwoord zie je in de volgende zin
Mirna houdt van outdooractiviteiten, Jos is echter liever binnen bezig
A
outdooractiviteiten
B
binnen
C
echter
D
liever
Slide 13 - Quiz
Hardlopen is een goedkope sport. Paardrijden is daarentegen vrij prijzig.
A
goedkoop
B
daarentegen
C
prijzig
D
hardlopen
Slide 14 - Quiz
op school gaat de tijd meestal traag, maar de vakantie gaat juist heel snel voorbij.
A
traag
B
voorbij
C
traag
D
maar
Slide 15 - Quiz
Hoewel Huug op school heel ijverig is, is hij thuis juist lui.
A
Hoewel
B
ijverig
C
lui
D
thuis
Slide 16 - Quiz
Huiswerk voor....
mk. les 5 (opdracht 1 t/m 3)
Slide 17 - Slide
More lessons like this
klas 1, week 2, les 1
January 2021
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Woordenschat - woordraadstrategie
January 2021
- Lesson with
10 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
1th Woordenschat H4 les 1
February 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Woordenschat H3 + H4
May 2022
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Tegenstellingen - 1MH - 11-02-2021
February 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Herhalingsles woordenschat en lezen H4-H5-H6
June 2022
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
1th Woordenschat H4 les 1
March 2021
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
H4 Woordenschat opdracht 1 en 2 1TH
February 2021
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs