• Doel: Aan het eind van de les weet ik de kenmerken van een bijvoeglijk naamwoord (BN), voorzetsel (VZ) en telwoord (TW) verder weet ik de kenmerken van een voltooid deelwoord.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1
This lesson contains 17 slides, with text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Inhoud van deze les
• Welkom
• Actualiteit
• Taalvoutje
• Doel: Aan het eind van de les weet ik de kenmerken van een bijvoeglijk naamwoord (BN), voorzetsel (VZ) en telwoord (TW) verder weet ik de kenmerken van een voltooid deelwoord.
Slide 1 - Slide
Taalvoutje
Beetje gemixte signalen, dit.
Slide 2 - Slide
Actie
Instructie: bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, telwoord en voltooid deelwoord.
ZS: les 5.7 opdracht 1 - 11 en TJZ les 5.7
les 5.8 opdracht 1 - 9 en TJZ les 5.8
Slide 3 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord (BN)
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Het geeft extra informatie over dat zelfstandig naamwoord.
Staat vaak voor het zelfstandig naamwoord.
Voorbeelden:
snel - zijn snelle auto
groen - het groene glas
Syrisch - een Syrisch buurmeisje
reusachtig - de reusachtige villa
mooi, rood - die mooie, rode broek
Slide 4 - Slide
Uitlegvideo
Hierna volgt een uitlegvideo over het bijvoeglijk naamwoord.
Als je het handig vindt, kun je de video stopzetten en aantekeningen maken.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Voorzetsel (VZ)
Voorzetsels zijn woordjes zoals: na, tijdens, vanwege, door, van, voor, op...........
Voor het vinden van een voorzetsel kun je het ezelsbruggetje de kast of de vakantie gebruiken.
Voorbeeld:
Mijn boeken liggen op de kast. Mijn laptop bewaar ik in de kast.Onder de kast ligt een hoop stof.
Ik was ziek tijdens de vakantie.Na de vakantie was ik snel weer beter.
Slide 7 - Slide
Uitlegvideo
Hierna volgt een uitlegvideo over het voorzetsel.
Als je het handig vindt, kun je de video stopzetten en aantekeningen maken.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Telwoord (TW)
Geeft een aantal/hoeveelheid of volgorde aan:
aantal: één, twee, drie...........
volgorde: eerste, tweede, derde.............
Slide 10 - Slide
Uitlegvideo
Hierna volgt een uitlegvideo over het telwoord.
Als je het handig vindt, kun je de video stopzetten en aantekeningen maken.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord (VD) is een vorm van het werkwoord. Het staat vaak achteraan in de zin. Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be-, ver-, her- of ont-.
In een zin met een voltooid deelwoord staat ook altijd een pv van hebben, zijn of worden.
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden schrijf je zoals je het zegt.
Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op -d of -t. Maak het woord langer (zet er een -e achter), dan hoor je of het een -d of -t moet zijn.
Slide 13 - Slide
Uitlegvideo
In talent vind je bij les 5.8 `lesstof` een uitlegvideo over het voltooid deelwoord. In de dia hierna krijg je hierover ook een uitlegvideo, maak maar een keuze of bekijk ze allebei.