Uitleg Formuleren hfdst. 2 - verwijzen naar de- en het-woorden

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

In deze les en dit hoofdstuk leer je hoe je juist moet verwijzen naar de- en het-woorden.

Slide 2 - Slide

Ik vind het meisje die daar staat ontzettend aardig.

Verbeter de fout in bovenstaande zin.

Slide 3 - Open question

Uitleg
In de vorige dia heb je gezien dat de verwijzing 'het meisje die' onjuist is. Het moet namelijk 'het meisje dat' zijn. Maar waarom eigenlijk?

In dit hoofdstuk ga je leren hoe je al je verwijzingen naar de- en het-woorden goed maakt. 

Slide 4 - Slide

Uitleg
Zelfstandige naamwoorden hebben een geslacht. De-woorden kunnen zowel mannelijk (m) als vrouwelijk (v) zijn. Het-woorden hebben geen geslacht en worden 'onzijdig' genoemd. 
Als je niet weet welk geslacht het woord heeft en je hebt die info nodig, dan kun je het opzoeken in een (online) woordenboek.

Slide 5 - Slide

Uitleg
Maar hoe moet je nu verwijzen? Hier is een gemakkelijk ezelsbruggetje voor:

de-woorden => die, deze (mannelijk, vrouwelijk)
het-woorden => dit, dat (onzijdig)

Je ziet dat de verwijswoorden naar de-woorden, eindigen op een -e.
Je ziet dat de verwijswoorden naar het-woorden, eindigen op een -t. 
Hierdoor kun je dus heel gemakkelijk onthouden hoe je naar de- en het-woorden verwijst!

Slide 6 - Slide

Vul het juiste verwijswoord in:

Ik vind de jongen ... in mijn straat woont, altijd erg onsympathiek.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze

Slide 7 - Quiz

Vul het juiste verwijswoord in:
Als het ontwerp gereed is, kunt u ... door ons laten realiseren.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze

Slide 8 - Quiz

Vul het juiste verwijswoord in:

Dit bedrijf levert producten ... van zeer slechte kwaliteit zijn.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze

Slide 9 - Quiz

Vul het juiste verwijswoord in:

Het centrum van Tilburg, ... veel verschillende winkels heeft, gaat op de schop.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze

Slide 10 - Quiz

Vul het juiste verwijswoord in:

Het boek ... ik laatst heb gelezen, is verdwenen uit de mediatheek.
A
dit
B
dat
C
die
D
deze

Slide 11 - Quiz