Herhalingsles voor de toets

Herhalingsles voor de toets
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Herhalingsles voor de toets

Slide 1 - Slide

De komma
Je plaatst deze tussen twee persoonsvormen die naast elkaar in de zin staan. 

- Als het meisje zwemt, voelt zij zich gelukkig. 

Slide 2 - Slide

De Komma
Je plaatst een komma bij een opsomming. Een opsomming betekent dat er meerdere dingen na elkaar worden genoemd.
 
- Francien gaat naar Spanje, Frankrijk of Italië

Slide 3 - Slide

De Komma
Je plaats een komma voor een voegwoord.
Voorbeelden voegwoorden zijn: omdat, doordat, wanneer, zoals, maar, want en dus.

- Ik wil graag de Eiffeltoren beklimmen, maar hij is helaas gesloten.

Slide 4 - Slide

Dubbele punt
 Je plaatst een dubbele punt voor een opsomming

- Ik neem veel spullen mee op studiereis: mijn lesboek, een toilettas, mijn gymschoenen en een trui.

Slide 5 - Slide

Dubbele punt
Je plaatst ook een dubbele punt als je uitleg geeft bij iets wat je eerder in de zin hebt gezegd.

-Mijn paspoort is beschadigd: ik heb hem in het water laten vallen.

Slide 6 - Slide

voorbeelden:
vakantie + pret =
vakantiepret
reis + budget =
reisbudget
tent + stok =
tentstok

Slide 7 - Slide

Voorbeelden:
vakantie en uittocht =
vakantie-uittocht
cadeau en idee =
cadeau-idee
auto en onderdelen=
auto-onderdelen

Slide 8 - Slide

voorbeelden:
tv-programma
S-bocht
€-teken

Slide 9 - Slide

Tussenletter -e-
Als het eerste deel van een samenstelling in het meervoud zowel op -en als -s kan eindigen, krijgt de samenstelling een -e- als tussenletter.
-ziektebeeld: ziekten en ziektes
-groentesoep: groenten en groentes
Je schrijft ook -e- als het verwijst naar een persoon of zaak waar er maar een van bestaat.
-zonnestraal: zon
-maneschijn: maan

Slide 10 - Slide

Tussenletter -e-
Als het eerste deel van een samenstelling in het meervoud zowel op -en als -s kan eindigen, krijgt de samenstelling een -e- als tussenletter.
-ziektebeeld: ziekten en ziektes
-groentesoep: groenten en groentes
Je schrijft ook -e- als het verwijst naar een persoon of zaak waar er maar een van bestaat.
-zonnestraal: zon
-maneschijn: maan

Slide 11 - Slide

Tussenletter -s-
Een samenstelling die bestaat uit twee zelfstandige naamwoorden krijgt een -s- als tussenletter wanneer je die hoort als je het woord uitspreekt.
-meningsverschil
-jongensdroom
-tasjesdief

Slide 12 - Slide

tekstverband: opsomming
- Een tekstverband waarbij verschillende dingen na elkaar worden genoemd.

* signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, ten laatste, verder, en, ook, tevens, eerst....dan, ten slotte, om te beginnen, daarnaast, niet alleen....maar ook, in ieder geval, zowel...als, vervolgens, bovendien.

Slide 13 - Slide

tekstverband: tegenstelling
- Een tekstverband waarbij iets wordt gezegd of beweerd, waarna het tegenovergestelde wordt gezegd of beweerd.

* signaalwoorden: alhoewel, hoewel, echter, aan de ene kant, aan de andere kant, in plaats van, maar, of, anders dan, in tegenstelling tot, weliswaar, daar staat tegenover dat, integendeel, toch, terwijl

Slide 14 - Slide

tekstverband: oorzaak-gevolg
Een tekstverband dat aangeeft dat er iets is gebeurd (de oorzaak) wat ervoor zorgt dat er vervolgens iets anders gebeurt (het gevolg)

* signaalwoorden: daardoor, waardoor, door, dus, hierdoor, naar aanleiding van, vanwege, met als gevolg, wegens, op het idee gebracht door

Slide 15 - Slide

Oefen nog even met de belangrijke woorden uit dit hoofdstuk!

Klaar voor de toets? 
Gebruik studiemeter om nog extra te oefenen vandaag.
timer
20:00

Slide 16 - Slide