Theme 4; Future

Welcome! Today: the future
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welcome! Today: the future

Slide 1 - Slide

Goal
Aan het eind van de les:
  • weet je welke drie vormen er zijn om iets te vertellen over de toekomst.
  • Weet je hoe je welke vorm moet gebruiken. 


Slide 2 - Slide

The plan
  • Future; 
  1. present simple
  2. Will, 
  3. to be going to, 

Slide 3 - Slide

The future met de present simple

Hoe vorm je ook alweer de present simple?

Slide 4 - Slide

Hoe vorm je de present simple?
  • Je gebruikt het hele werkwoord zonder de To
  • To swim:       swim
  • To walk:         walk  
  • To cycle:        cycle        

Slide 5 - Slide

Vertaal de volgende zin:
Hij loopt naar school.

Slide 6 - Open question

Wat is de SHIT-regel ook alweer?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoe vorm je de future met de present simple?
Onderwerp
Hele werkwoord (+ S)
Rest van de zin
The train
arrives
at 12.45 PM. 
The plane
departs
at eight o'clock. 
Our next class
starts 
at 09.45 hours. 

Slide 10 - Slide

Wanneer gebruik je de de present simple voor iets in de toekomst? 
  • tijden volgens een vast schema:
  • dienstregeling
  • rooster
  • reisschema

Slide 11 - Slide

Vertaal in het Engels
Ons vliegtuig vertrekt om 10 uur.

Slide 12 - Open question

Future met be going to of will
  • I am going to call you later this week. 
  • I am going to Spain for my summer holiday. 
  • Some day, people will live on Mars. 
  • I will help you with your homework tonight. 

Slide 13 - Slide

Future to be going to
Onderwerp
vorm van to be
going to
hele werkwoord
rest van de zin
I
am
going to
call
you later this week
You
are
going to
do
your homework tonight
She
is
going to
visit
family in England
We
are
 going to
cycle
to school tomorrow
They
are
not going to
invite
a lot of people to their party.

Slide 14 - Slide

Future to be going to, ontkenningen
Onderwerp
vorm van to be + not
 going to
hele werkwoord
rest van de zin
I
am not/
'm not
going to
call
you later this week
You
are not/
're not
going to
do
your homework tonight
She
is not/
isn't 
going to
visit
family in England
We
are not/
aren't 
 not going to
cycle
to school tomorrow
They
are not/
aren't 
not going to
invite
a lot of people to their party.

Slide 15 - Slide

Vertaal: Hij gaat niet naar school morgen.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Slide

Voorbeelden future met Will
  • In 2050, people will live on Mars.
  • I will (not) help you with your homework tomorrow. 
  • We  will (not) save some cookies for you. 
  • Je mag ook de verkorte vorm gebruiken: 
  • I will = I'll      you will = you'll       We will = We'll 
  • Let op: bij een ontkenning wordt de verkorte vorm van        will not: won't: We won't save some cookies for you. 

Slide 18 - Slide

Vertaal in het Engels, gebruik will:
De zon gaat morgen schijnen.

Slide 19 - Open question

Vertaal in het Engels, gebruik will:
Hij gaat de wedstrijd niet winnen.

Slide 20 - Open question

Vraagzinnen met will of shall.
  • Bij vraagzinnen gebruik je bij I en We: shall. Dit zet je vooraan de zin:
  • Shall I save some cookies for you?
  • Shall we go to the beach tomorrow?
  • Let op: Shall gebruik je alleen bij I en We. 
  • Bij alle andere persoonsvormen gebruik je Will

Slide 21 - Slide

Vraagzinnen met will of shall.
Shall
I
save some cookies for you?
Will
you
wait for me?
Will
He/she/it
come to dinner tonight?
Shall
we
bring some pizza for dinner?
Will
they
go to Spain this year?

Slide 22 - Slide

Maak nu
T/Havo
Hoofdstuk 4, paragraaf I, writing & Grammar
Opdracht 52, 53, 55. 

Klaar? Ga naar Slim Stampen, oefen Grammar 8A en 8B

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide