tabellen, grafieken, diagrammen-V2

1 / 43
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Tabellen, grafieken en diagrammen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

waar gaat dit over
waarom begint de verticale as niet op 0?
welk jaar is de grootste toename?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

John gaat een fietstocht maken.
John fietste in het eerste uur 10 kilometer
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

John gaat een fietstocht maken.
Nadat hij 10 kilometer gefietst had, hield John een rustpauze van 2 uur.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

John gaat een fietstocht maken.
Na 5 uur heeft John 35 kilometer gefietst.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

John gaat een fietstocht maken.
John heeft in het eerste uur meer kilometers gefietst dan in het vierde uur.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Vorig jaar heeft sportwinkel Champion het aantal verkochte producten bijgehouden. De blauwe lijn geeft de verkoop van mutsen weer.

Vorig jaar heeft sportwinkel Champion het aantal verkochte producten bijgehouden.
De blauwe lijn geeft de verkoop van mutsen weer

Slide 13 - Slide

waar gaat deze grafiek over
wat is dit voor een soort grafiek? lijngrafiek
wat ontbreekt er in de legenda? roze lijn info


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

In welke maand werden de meeste mutsen verkocht?
A
januari
B
maart
C
oktober
D
december

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Vanaf de maand _____ steeg de verkoop van mutsen.
A
januari
B
maart
C
oktober
D
december

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

In de ______ werden geen mutsen verkocht.
A
zomer
B
herfst
C
lente
D
winter

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Van welk product zou de roze grafiek kunnen zijn?
A
handschoenen
B
zwembroek
C
skistokken
D
truien

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hoe zwaar waren Jacob en Esmee in 2012?
A
8 kg
B
12 kg
C
15 kg
D
17 kg

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel kg is Jacob aangekomen tussen 2013 en 2014?
A
12 kg
B
15 kg
C
3 kg
D
8 kg

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

In welk jaar was de toename van het gewicht van Esmee het grootst?
A
2013
B
2014
C
2016
D
2017

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wie is in 2017 het zwaarst?
A
Jacob
B
Esmee

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Link

This item has no instructions

Stijgt of daalt het gewicht van Jacob en Esmee tussen 2012 en 2016?
A
stijgt
B
daalt

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Het hondenasiel
Hoeveel honden zitten er in asiel 2?
A
5
B
10
C
6
D
8

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Het hondenasiel
Hoeveel honden zitten er meer in asiel 2 dan in asiel 3?
A
2
B
10
C
6
D
8

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Met de NS-treinplanner kun je een treinreis tussen twee stations plannen en de kosten berekenen. Hier zie je een geplande treinreis.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Om welke treinreis gaat het hier?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Geef de vertrektijd

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Geef de aankomsttijd

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Hoe vaak moet je overstappen?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Waar moet je overstappen?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Hoeveel kost een enkele reis, vol tarief?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Met de auto is de afstand tussen deze twee stations ongeveer 150 km. Op die dag was de benzineprijs van € 1,45. Stel je voor dat je een auto hebt die per liter benzine 12 km rijdt (gemiddeld). Wat is het goedkoopst, tussen deze twee stations met de auto of met de trein reizen?
A
auto
B
trein

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Je ziet er deze tabel met gegevens over de bevolking van D.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Wat betekenen de getallen in de derde kolom?

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Hoeveel inwoners telde D in 2000?

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Hoe groot was de oppervlakte van D in 2004? Laat je berekening zien (afronden op 2 decimalen)

Slide 43 - Open question

This item has no instructions