A. Oorzaken vd Nederlandse Opstand

Tijd van ontdekkers en hervomers
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tijd van ontdekkers en hervomers

Slide 1 - Slide

De opstand in de Nederlanden

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

wat weet je al??

Slide 4 - Slide

Wie is deze Wilhelmus in ons volkslied?
A
Willem van Oranje
B
Willem-Alexander
C
De koning van Duitsland
D
De koning van Nederland

Slide 5 - Quiz

Wat is een andere naam voor de Nederlandse Opstand?
A
Negentigjarige Oorlog
B
Zeventigjarige Oorlog
C
Tachtigjarige Oorlog
D
Zestigjarige Oorlog

Slide 6 - Quiz

In welke eeuw vond de Nederlandse Opstand plaats?
A
15e-16e eeuw
B
16e-17e eeuw
C
17e-18e eeuw
D
18-19e eeuw

Slide 7 - Quiz

Wie vochten er tegen elkaar in de Nederlandse Opstand?
A
katholieken en protestanten
B
Hollanders tegen de rest van Nederland
C
Spanje tegen Nederland
D
Spaanse koning tegen Nederlanders

Slide 8 - Quiz

Hoe lang duurde de Nederlandse Opstand?
A
68 jaar
B
73 jaar
C
80 jaar
D
82 jaar

Slide 9 - Quiz

Wie is de slechterik in het verhaal van de Nederlandse Opstand?
A
Filips II
B
Baltazar Gerards
C
Willem van Oranje
D
Hertog van Alva

Slide 10 - Quiz

Wie ziet men meestal als held van de Nederlandse Opstand?
A
Willem van Oranje
B
Willem-Alexander van Oranje
C
Maurits van Oranje
D
Constantijn van Oranje

Slide 11 - Quiz

Waarom kwamen de 'Nederlanders' in opstand?
A
Ze wilden de belastingen niet meer betalen
B
Ze wilden de kettervervolgingen stoppen
C
Ze wilden meer zeggenschap
D
Ze waren niet tevreden met het 'Spaanse' beleid

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

LEERPLEIN
Maak opdracht 1 tm 3 + 5

Slide 14 - Slide

Het Spaanse Rijk in de 16e eeuw.

Slide 15 - Slide

Filips II
  • Zoon van Karel V
  • Koning van Spanje
  • Landsheer van de Nederlanden (na 1555)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Calvijn en Luther waren het eens over
A
de organisatie van de kerk
B
predestinatie
C
de bijbel als enige bron
D
de macht van de koning

Slide 18 - Quiz

Luther en Calvijn zijn hervormers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Wat maakte Calvijn bijzonder?
A
Hij was protestant
B
Hij was tegen aflaten
C
Hij was tegen heiligen vereren
D
Hij vond dat je een slechte koning weg mag sturen

Slide 20 - Quiz

Wie was Calvijn?
A
Een bekende vlogger
B
Een Paus
C
Een protestant, die ook opkwam tegen het katholieke geloof
D
De koning van Spanje

Slide 21 - Quiz

Wat was de beeldenstorm?
A
Een grote storm in een katholieke kerk waarbij alle beelden vernietigd werden.
B
Vernielingen in katholieke kerken door opstandige katholieken.
C
Vernielingen van alle beelden aan het Spaanse hof door opstandelingen.
D
Vernielingen in katholieke kerken door Nederlandse protestanten.

Slide 22 - Quiz

Na de Beeldenstorm...
A
Vluchtte Willem van Oranje naar Duitsland
B
Stuurde Filips II de hertog van Alva
C
Werden opstandige edelen vermoord
D
Begon de Nederlandse opstand

Slide 23 - Quiz

Wat is de beeldenstorm?
A
Het vernielen van beelden en kostbaarheden van de katholieke kerk.
B
Het vernielen van beelden en kostbaarheden van de protestante kerk.
C
Het neerzetten van velen beelden in de katholieke kerk.
D
Een storm die alles verwoestte in de Nederlanden.

Slide 24 - Quiz

Beleid van Filips II in de Nederlanden

  • Kettervervolging 
  • Centralisatiepolitiek = een land vanuit 1 centraal punt regeren 

(de koning bepaalt dan overal dezelfde regels)

Slide 25 - Slide

ONVREDE NEEMT TOE
In de tijd van steden en staten (1000-1500) kregen de steden stadsrechten. Het voordeel was dat steden eigen beslissingen mochten maken.

De adel kreeg bepaalde voorrechten (privileges).

Onder Filips II moeten de burgers van de rijke steden in Holland  meer belasting gaan betalen.
Door de centralisatiepolitiek dreigen zij bovendien hun voorrechten (privileges)  kwijt te raken. 



Slide 26 - Slide

Staten-Generaal hadden lang belangrijke rol in bestuur gespeeld. Filips II wil dit niet meer.  

Slide 27 - Slide

OPDRACHTEN
Oorzaken van de Nederlandse Opstand
-Lees A1 tm 4
-Maak opdr. 6 tm 10
-Noteer  begrippen in je schrift.



Slide 28 - Slide