Cursus lezen 3 les 2 t/m 5

Lezen cursus 3  
Les 2
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen cursus 3  
Les 2

Slide 1 - Slide

Lezen 
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Planning
1. Vorige les kort bespreken
2. Lesdoelen les 2 - lezen 3
3. Voorkennis + instructie
4. Opdrachten (tussendoor bespreken)
5. Vooruitblik les 3, huiswerk noteren + afsluiting

Slide 3 - Slide

Lesdoel: 
1. Je gaat bekijken welke leesstrategieën er ook alweer zijn. 

2. Je gaat oefenen met grondig lezen. 

3. Je gaat ontdekken hoe signaalwoorden je daarbij kunnen helpen.

Slide 4 - Slide

Leesstrategieën
Voor het lezen
Tijdens het lezen
Na het lezen
Terugkijken
Voorspellen
Ophelderen
Samenvatten
Vragen stellen

Slide 5 - Drag question

Maar, waarvoor eigenlijk?
Voor het lezen
1. Voorspellen - doel? 
Tijdens het lezen
2. Ophelderen - doel?
3. Vragen stellen - doel?
Na het lezen
4. Samenvatten - doel?
5. Terugkijken - doel?


Voorspellen
een moeilijke tekst eerst in zijn geheel proberen te overzien, je zoekt antwoord op de vraag ‘waar begin ik aan?’.  
Ophelderen
zorgen dat je tijdens het lezen alles gaat begrijpen.
Vragen stellen
een tekst beter begrijpen, dieper in de tekst duiken.
Samenvatten
de hoofdzaken van de tekst na het lezen kunnen herhalen.
Terugkijken
bepalen of je de tekst gaat gebruiken.

Slide 6 - Slide

''Een signaalwoord geeft net als een vuurtoren een teken af, het signaal: let op! Hier is iets aan de hand!''
Noteer in je schrift het antwoord op de volgende vragen.
1. Noem drie verschillende tekstverbanden?
2. Wat zijn signaalwoorden?
3. Noem vijf voorbeelden van signaalwoorden.

Slide 7 - Slide

Opdracht 1: klassikaal 
We gaan zo gezamenlijk een tekst bekijken. 

Lees de tekst scannend voor jezelf
Maar eerst: wat doe je ook alweer als je scannend gaat lezen?

Slide 8 - Slide

Opdracht 2: in tweetallen
Vertel elkaar om en om waarover de tekst gaat die je net hebt gelezen.
Daarbij zijn de volgende woorden verboden: en, of, maar, want, dus, daarom, omdat, daardoor, doordat, zodat, door, ook, niet.
Houd (ongeveer) bij hoeveel seconden iedereen het volhoudt zonder de verboden woorden te gebruiken.
Betrapt op een verboden woord? Dan is de volgende aan de beurt.
Wie het langst aan het woord is geweest, heeft gewonnen.

Slide 9 - Slide

Het is haast onmogelijk om een samenhangend verhaal te vertellen zonder signaalwoorden! 
We gaan zo een filmpje kijken. Aan jullie de volgende vraag over dit filmpje vooraf: 

Hoeveel verschillende tekstverbanden zijn er?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Opdracht 3: in tweetallen 
Je krijgt een leeg kruiswoordraadsel waarin signaalwoorden moeten worden ingevuld. Jullie moeten samenwerken. 

De eerste krijgen jullie cadeau van jullie leerkracht. 

Het is niet toegestaan om samen te werken met andere duo's!


Slide 12 - Slide

Opdracht 4 : individueel 
We lezen de tekst van opdracht 1 nog een keer, maar nu héél precies. Onderstreep signaalwoorden en probeer onder woorden te brengen wat deze signaalwoorden betekenen. Je mag pijltjes zetten, markeren, woorden noteren etc. 
Tip: er zitten 23 signaalwoorden in!

Vroeg klaar? Bedenk drie vragen over de tekst
Let op: het antwoord moet in de tekst staan.

Slide 13 - Slide

Lezen cursus 3  
Les 3

Slide 14 - Slide

Lezen 
Alvast klaarleggen
Lijntjesschrift, etui en je 
Lezen 3 boekje
timer
10:00

Slide 15 - Slide

Lesdoel: 
1. Je gaat herhalen welke leesstrategieën er ook alweer zijn. 

2. Je gaat oefenen met grondig lezen. 

3. Je gaat ontdekken hoe verwijswoorden  je daarbij kunnen helpen.

Slide 16 - Slide

Opdracht 1: individueel
Schrijf twaalf van de volgende woorden op je bingokaart.
Elk woord mag je één keer opschrijven: daar, hier, deze, waarna, waar, je, hij, ze, het, hem, haar, die, dat, zijn, hen, hun, daardoor, daarvan of maar
timer
1:00

Slide 17 - Slide

Opdracht 2: klassikaal
Ik lees zo een tekst voor, zonder de verwijswoorden extra te benadrukken. Jullie mogen de genoemde verwijswoorden afstrepen op de bingokaart. 

Als je bingo hebt.. roep je bingo! We spelen voor de eer. Maar..
Bij een valse bingo, trakteer je meneer Verheijen op een broodje van De Broodtrommel op school.

Slide 18 - Slide

Opdracht 3: klassikaal
Bekijk het filmpje over verwijswoorden. Maak aantekeningen in je schrift en omlijn je aantekeningen duidelijk, zodat je je aantekeningen later makkelijk terug kan vinden. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Opdracht 4: het nut van verwijswoorden (1)

Tobias geeft me het visitekaartje met een snelle beweging terug. 'Dat kun je maar beter wegstoppen'. Hij zegt het luchtig, maar zijn ogen staan dwingend. 'En vertel me wat er gebeurd is. Van begin tot eind. In detail.' Het klinkt niet gebiedend, het is eerder een vriendelijke uitnodiging, alsof hij me een dienst verleent.

Alle verwijswoorden zijn onderstreept. Nu de opdracht.. 

Slide 21 - Slide

Opdracht 4: het nut van verwijswoorden (2)

Tobias geeft me het visitekaartje met een snelle beweging terug. '..... kun je maar beter wegstoppen'. ..... zegt ..... luchtig, maar ..... ogen staan dwingend. 'En vertel me wat er gebeurd is. Van begin tot eind. In detail.' ..... klinkt niet gebiedend, ..... is eerder een vriendelijke uitnodiging, alsof ..... me een dienst verleent.

Alle verwijswoorden zijn weggehaald. 
Wat zou er op de puntjes staan als verwijswoorden niet zouden bestaan?

timer
10:00

Slide 22 - Slide

Opdracht 5: individueel 
We gaan samen de tekst lezen en individueel de opdrachten maken. 'Verdrietig of gewoon even een knuffel nodig?'

Succes! 

Niet af? Huiswerk. 
Klaar? Lezen in je leesboek. 

Slide 23 - Slide

Lezen cursus 3  
Les 4

Slide 24 - Slide

Vragen over boekendoos / lapbook?

Slide 25 - Slide

Huiswerk bespreken
Pak de tekst over schoolhond Charlie er bij.

Slide 26 - Slide

Als je een tekst grondig moet lezen, kun je verschillende strategieën toepassen:
Voor: voorspellen
Tijdens: ophelderen, vragen stellen
Na: samenvatten, terugkijken op de tekst


Vraag: welke drie dringen kun je zoeken in een tekst om de tekst op te helderen?

Slide 27 - Slide

Strategieën tijdens het lezen:
-  signaalwoorden en verwijswoorden
- 'geeltjes plakken'-> opmerkingen bij de tekst zetten
- schema of tekening over de kern van de tekst
- structuur (opbouw) van de tekst zichtbaar maken 

Slide 28 - Slide

Opdracht 1: individueel 
Zoek in het gekregen theorieboekje naar vijf signaalwoorden en vijf verwijswoorden. Schrijf deze op in je schrift. 




timer
5:00

Slide 29 - Slide

Opdracht 2: individueel
Je geeft nu je schrift aan je buurman/buurvrouw.
Hij/zij gaat met deze woorden goede zinnen maken.

Bijvoorbeeld: verwijswoord hij
Mijn vader kan goed voetballen. Hij is de beste van het team.
Bijvoorbeeld: signaalwoord maar
Ik was wat ziekjes, maar ik ben toch naar school gegaan

Slide 30 - Slide

Opdracht 3: klassikaal
We gaan samen een tekst lezen. 
'Midden in de nacht stopt het hart van Bart (11) met kloppen'

Slide 31 - Slide

Opdracht 4, 5, 6: individueel 
Opdracht 4: markeer de verwijswoorden en omcirkel de woorden waarnaar ze verwijzen

Opdracht 5: markeer de signaalwoorden en noteer welk tekstverband dit is (gebruik je theorieboekje)

Opdracht 6: maak de vragen die bij de tekst horen

Slide 32 - Slide

Opdracht 8: gezamenlijk
Kort nabespreken wat we tot nu toe hebben geleerd bij Lezen 3. 

De volgende les gaan we oefenen met de derde stap van de leesstrategieën: vragen stellen. Neem hiervoor post-its mee.

Slide 33 - Slide

Lezen cursus 3  
Les 5

Slide 34 - Slide

Vragen over boekendoos / lapbook?

Slide 35 - Slide

Vorig jaar heb je in Lezen 2 een leesrace gedaan.
als het goed is... anders doe je 'm vandaag voor het eerst.
 

Jullie moesten in teams zo snel mogelijk informatie opzoeken.
We gaan nu weer een leesrace doen, maar nu gaat het om zoekend én grondig lezen.

Slide 36 - Slide

Opdracht 1: individueel 1/2
Jullie maken groepjes van vier. 

Jullie krijgen allemaal dezelfde tekst.
Deze scannen/lezen jullie in vijf minuten.
Jullie krijgen de vragen. Maak afspraken!
Jullie beantwoorden de vragen in tien minuten.
Wie de meeste vragen goed heeft, heeft gewonnen.

Slide 37 - Slide

Opdracht 1: individueel 2/2
Ga in je groepje bij elkaar zitten.
Pak pen, markeerstift, papier en alles wat je nodig denkt te hebben.
Bespreek kort met elkaar wat je zwakke en sterke punten zijn. Welk leesdier ben je? Vooral je sterke punten zijn belangrijk tijdens deze race!

Slide 38 - Slide

Uitleg:
Stap 1 (opdracht 1): leerlingen bereiden zich kort voor.
Stap 2 (opdracht 2): leerlingen lezen/scannen de tekst in vijf
minuten.
Stap 3 (opdracht 3): leerlingen krijgen de vragen en beantwoorden
die. Achter de vragen zit een antwoordenblad.
Stap 4 (opdracht 4): leerlingen leveren het antwoordenblad in

Slide 39 - Slide

Timer - Plot26 - Groepjes maken
timer
1:00

Slide 40 - Slide

Opdracht 7 en 8: in duo's
Maak beide opdrachten in duo's. Reflecteer op de module 'cursus lezen 3'. Begrijp je alles? Heb je nog vragen? Wat zal er aan bod komen in de toets? Wat verwacht je?

Slide 41 - Slide

Toetsvoorbereiding
Einde les 5 (cursus lezen 3)

Jullie mogen de rest van deze les spenderen aan het oefenen voor de toets. Dat kan op verschillende manieren:
1. Leer de theorie (en stel vragen)
2. Oefenen met Nieuwsbegrip

Slide 42 - Slide