03_02_video_dele_compras

Ir de compras
-woordenschat bij het thema 'shoppen' en 'boodschappen doen'
-Belangrijke zinnen
-vragen stellen in winkels
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ir de compras
-woordenschat bij het thema 'shoppen' en 'boodschappen doen'
-Belangrijke zinnen
-vragen stellen in winkels

Slide 1 - Slide

11

Slide 2 - Video

00:36
Wat betekent: "Necesito un kilo de naranjas".

Slide 3 - Open question

00:42
Wat betekent: "En la calle de mi barrio hay muchas tiendas".

Slide 4 - Open question

00:50
Ze heeft eerst geld nodig om boodschappen te kunnen doen. Wat is geld in het Spaans?
A
compras
B
dinero
C
bolso
D
complementos

Slide 5 - Quiz

00:53
¿Cuánto dinero tiene?
A
veinte
B
sesenta
C
cincuenta
D
treinta

Slide 6 - Quiz

01:04
Los zapatos son baratos y muy bonitos.
Hoe beschrijft ze deze schoenen?
A
onnodig duur
B
duur maar mooi
C
goedkoop en mooi
D
elegant en duur

Slide 7 - Quiz

01:43
Wat betekent: "Hoy no necesito nada"

Slide 8 - Open question

01:52
Wat is een 'diario' denk je?
A
tijdschrift
B
krant
C
boek
D
papier

Slide 9 - Quiz

02:17
Es............llamar a estos países.
Het is goedkoop om naar deze landen te bellen. Hoe zeg je 'goedkoop'?
A
complicado
B
caro
C
barato
D
fácil

Slide 10 - Quiz

03:00
Vertaal: "No son caras"

Slide 11 - Open question

03:16
Wat is brood in het Spaans?
A
baquette
B
panadería
C
jamón
D
pan

Slide 12 - Quiz

03:00
¿Cuánto cuesta la bolsa de naranjas?
A
un euro y sesenta y nueve céntavos
B
un euro y setenta y nueve céntavos
C
un euro y cincuenta y nueve céntavos
D
un euro y cuarenta y nueve céntavos

Slide 13 - Quiz

duur
goedkoop
winkel
krant
bakker
accesoires
ketting
riem
caro
barato
tienda
diario
panadería
complementos
collar
cinturon

Slide 14 - Drag question

Ir de compras
Hoy necesito...
(No) Es barato
(No) es caro
Hay rebajas
Puedo probar...
Tengo la talla S/M/L
¿Dónde está el probador?
¿Tiene más tallas? 
¿Cuánto cuesta? 
Puedo pagar con efectivo/tarjeta?
Shoppen / boodschappen doen
Vandaag heb ik ...........nodig
Het is (niet) goedkoop
Het is (niet) duur
Er is uitverkoop
Kan ik proberen/passen...
Ik heb maat S/M/L
Waar is de paskamer? 
Heeft u meer maten? 
Hoeveel kost het? 
Kan ik met contant/kaart betalen? 

Slide 15 - Slide

Cómic

Vul het stripverhaal in met woorden en zinnen die je vandaag hebt geleerd. 

Slide 16 - Slide