Les 1 t/m 3

1 / 53
next
Slide 1: Slide
GoederenhandelTertiary Education

This lesson contains 53 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Planning 
Vraag 1 t/m 5
6 t/m 8
Opdrachten 1 en 4
9 en 10

Slide 40 - Slide

1a. Wat is het doel van het uitbrengen van een offerte voor de onderneming?
1b. Wat is het doel van het aanvragen van een offerte voor de klant?
1a. Het doel is om de klant zover te krijgen dat hij artikelen koopt.

1b. DE klant vraagt naar een offerte om informatie te krijgen over het product, prijs en de betalings- en leveringsvoorwaarden.

Slide 41 - Slide

2. Noem twee (2) betalingsvoorwaarden
Betalingsvoorwaarden:
- Binnen 30 dagen na factuurdatum
- 1% korting bij betalen binnen 15 dagen factuurdatum
- 2% korting bij betalen binnen 8 dagen na factuurdatum

Slide 42 - Slide

3. Noem ten minste vier manieren om een order te plaatsen.
  • Per brief
  • Fax
  • Bestelopdracht
  • E-mail
  • Mondeling

Slide 43 - Slide

4a. Welk nadeel heeft het mondeling bestellen van artikelen te opzichte van het schriftelijk bestellen?
4b. Wat zal een onderneming kunnen doen om het fouten in het uitvoeren van een mondelinge bestelling te voorkomen?
4a. Nadeel= er kunnen gemakkelijk fouten worden gemaakt.
4b. Om fouten te voorkomen kan de leverancier de klant vragen om de bestelling schriftelijk te bevestigen of ter controle een orderbevestiging sturen. 

Slide 44 - Slide

5. Het orderformulier verschaft medewerkers in de onderneming informatie. Welke gegevens meten op het orderformulier worden vermeld, zodat de order juist kan worden verwerkt?
Op een orderformulier moet worden vermeld:
  • Debiteuren - of klantnummer
  • Ordernummer van de klant
  • Aantal bestelde artikelen
  • Aantal geleverde artikelen
  • Artikelnummer en de omschrijving van het artikel
  • Prijs per eenheid
  • Orderdatum
  • Datum van de orderbevestiging
  • Afleverdatum

Slide 45 - Slide

Opdracht 1

Slide 46 - Slide

Opdracht 4

Slide 47 - Slide

6. Waarom is het van groot belang dat er een nauwkeurig orderregister wordt bijgehouden ?
Het is belangrijk om zo de orderafhandeling te kunnen volgen.

Slide 48 - Slide

7. Welke informatie moet af te lezen zijn uit een orderregister?
Er kan worden gecontroleerd welke orders zijn ontvangen. Geeft inzicht of een order volledig en tijdig is uitgeleverd.

Slide 49 - Slide

8. Na orderregistratie volgt er een orderbevestiging
8a. Voor wie is de orderregistratie bedoeld?
8a.Voor de klant.

Slide 50 - Slide

8b. Wat is het doel van een orderbevestigingsformulier?
8b.Ter controle voor de klant of de bestelling goed is doorgekomen.

Slide 51 - Slide

Opracht 9

Slide 52 - Slide

Opdracht 10

Slide 53 - Slide