7.1 nectar

zet de onderdelen van groot naar klein 1 is het groots en 4 is het kleins
1
2
3
4
weefsels
organen
orgaanstelsels
cellen
1 / 15
next
Slide 1: Drag question
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

zet de onderdelen van groot naar klein 1 is het groots en 4 is het kleins
1
2
3
4
weefsels
organen
orgaanstelsels
cellen

Slide 1 - Drag question

Cel
Organisme
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel

Slide 2 - Drag question

Middenrif
Buikholte
Borstholte

Slide 3 - Drag question

De luchtpijp hoort bij het
A
Bloedvatenstelsel
B
Spierstelsel
C
Ademhalingstelsel
D
Voortplantingstelsel man

Slide 4 - Quiz

De aorta hoort bij het
A
Ademhalingsstelsel
B
Spierstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Bloedvatenstelsel

Slide 5 - Quiz

De lever hoort bij het
A
Bloedvatenstelsel
B
Voortplantingstelsel vrouw
C
Zenuwstelsel
D
Verteringstelsel

Slide 6 - Quiz

De dijbeenspier hoort bij het
A
Spierstelsel
B
Hormoonstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Skelet

Slide 7 - Quiz

Het ruggemerg hoort bij
A
Spierstelsel
B
Zenuwstelsel

Slide 8 - Quiz

De nieren horen bij het
A
Verteringstelsel
B
Uitscheidingstelsel

Slide 9 - Quiz

Als de glucoseconcentratie in je bloed te laag is, wordt....
A
minder glucagon afgegeven
B
meer glucagon afgegeven
C
meer insuline afgegeven
D
minder insuline afgegeven

Slide 10 - Quiz

Welke stoffen worden gemaakt in de Eilandjes van Langerhans die de bloedsuikerspiegel regelen?
A
Glycogeen en glucagon
B
Insuline en glycogeen
C
Insuline en glucagon
D
Insuline en glucose

Slide 11 - Quiz

Welke invloed heeft insuline op het glucosegehalte van het bloed?
A
door insuline daalt het glucosegehalte in het bloed
B
door insuline stijgt het glucosegehalte in het bloed

Slide 12 - Quiz

Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 13 - Quiz

In welk van de aangegeven organen wordt adrenaline geproduceerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

Als het glucosegehalte te laag wordt, gebruikt ons lichaam een reserve stof. hoe heet deze stof?
A
Glucose
B
Glucagon
C
Glycogeen
D
Adrenaline

Slide 15 - Quiz