5.4

Welkom...
Pak jij alvast je spullen?

Talent boek: 5.4 blz .194

Wie ziet het taalvoutje?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom...
Pak jij alvast je spullen?

Talent boek: 5.4 blz .194

Wie ziet het taalvoutje?

Slide 1 - Slide

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

___ vogels vliegen in de lucht.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 2 - Quiz

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

De koeien _____ weer naar buiten.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 3 - Quiz

Benoem de woordsoorten
1. Is dat UW koffertje?
2. U bent het nooit met mij eens.
A
1 = bezittelijk 2 = bezittelijk
B
1 = persoonlijk 2 = bezittelijk
C
1 = bezittelijk 2 = persoonlijk
D
1 = persoonlijk 2 = persoonlijk

Slide 4 - Quiz

0

Slide 5 - Video

Aantekening
pers.vnw
#kan onderwerp zijn
Ik ga samen met hem op reis.

#geen onderwerp
Ik ga samen met hem op reis.
TIP:
Een psv kun je vervangen door je eigen naam

Aantekening
bezit.vnw
# geeft een bezit aan
Dit zijn mijn schoenen.

# samen met een znw(vaak ervoor) haar trui
# na voorzetsel.
TIP:
vervangbaar door: zijn/haar

Slide 6 - Slide

Hun/zij
pers.vnw: Ik heb hun dat uitgelegd.
bezit.vnw: Zij hebben hun huis verkocht

Meest voorkomende fout:
Hun hebben dat gekocht/= fout

Zij hebben dat gekocht/= goed

Slide 7 - Slide

Het= lw of pvw
  1. Is het moeilijk?
  2. Het coronavirus is nog niet onder controle.
I



Het
Kun je het vervangen door een zn?>> pvw

Slide 8 - Slide

Mijn fiets is gestolen.

Mijn=
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
voorzetsel
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quiz

De woorden 'ik, mij, wij' zijn voorbeelden van persoonlijke voornaamwoorden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Welke van de onderstaande voorbeelden bevat een persoonlijk voornaamwoord?
A
Jouw verhaal
B
Het verhaal van jou
C
Onze telefoon
D
Geef elkaar een hand

Slide 11 - Quiz

Hendrik zet …… gegevens op de lijst
A
jou
B
jouw

Slide 12 - Quiz

Dat ga ik meteen voor ….. doen!
A
jou
B
jouw

Slide 13 - Quiz

AAN DE SLAG!
Maak van 5.4 
  • 2-5-6-7-8-10-11
  • klaar: verrijk jezelf met opd.12

Slide 14 - Slide