Gramm: taalkundig Blok 3 (1/3)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Wat gaan we doen?

- Terugblik (5 min)

- Sleepvraag (5 min)

- Lesdoelen doornemen (2 min)

- Instructie (10 min)

- Zelf aan de slag (20')

- Evaluatie (3min)

Terugblik (5')

- Wat hebben we vorige week behandeld?    

Lesdoelen

Aan het eind van deze les...

• ... kun je uitleggen wat koppelwerkwoorden zijn.
• ... kun je koppelwerkwoorden benoemen in een zin.
• ... kun je het verschil tussen een zelfstandig werkwoord, een hulpwerkwoord en een koppelwerkwoord uitleggen. 

Zelfstandige werkwoorden

Zelfstandige werkwoorden (zww): Werkwoord geeft de handeling weer in de zin. 

• Na een lange dag loopt de agent naar huis.
  
• In Italië at ik elke dag pizza.
  

*1 zelfstandigwerkwoord in de zin (de rest zijn hulpjes)

Hulpwerkwoorden

Hulpwerkwoorden (hww): Geeft een extra betekenis aan een ander werkwoord en komt  niet zelfstandig voor.

Ik heb vanmiddag even gevoetbald.

Hij is gisteren naar de stad gewandeld.

Zij is eergister wezen dansen in de stad. 

*er kunnen meerdere hulpwerkwoorden in een zin staan. 

Koppelwerkwoord

Koppelwerkwoord (kww): koppelt onderwerp aan eigenschap/ toestand.

NEGEN stuks: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken en voorkomen.

• Mijn tante is een bekende schrijfster.
• Die docent blijft een rare vogel.
  

Koppelwerkwoorden

ZWABBELS 

+hdv

Koppelwerkwoorden

ZWABBELS

 Zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken en voorkomen.

Dat is, me dunkt, een hele klus. 

+hdv

Meneer Visser blijft altijd geduldig.

blijft = ...

1. hulpwerkwoord
2. koppelwerkwoord
3. zelfstandig werkwoord

Hij schijnt met zijn zaklamp in de donkere kamer.
schijnt = ...

1. hulpwerkwoord
2. koppelwerkwoord
3. zelfstandig werkwoord

Gisteren bleef ik lekker thuis.

bleef = ...

1. hulpwerkwoord
2. koppelwerkwoord
3. zelfstandig werkwoord

Bas wordt later piloot.

wordt = ...

1. hulpwerkwoord
2. koppelwerkwoord
3. zelfstandig werkwoord

Zelf aan de slag!

- Maak opdracht 12 (blz. 126) + nakijken. 

- Klaar? Maak opdracht 14 (blz. 126)

Had je alles goed (max 4 fout)? 

--> oefen verder op cambiumned

--> Lezen in je leesboek.

Had je 5 of meer foutjes?

-->  bespreek de opdracht met de docent

-->  Lezen in je leesboek

Lesdoelen

Aan het eind van deze les...

• ... kun je uitleggen wat koppelwerkwoorden zijn.
• ... kun je koppelwerkwoorden benoemen in een zin.
• ... kun je het verschil tussen een zelfstandig werkwoord, een hulpwerkwoord en een koppelwerkwoord uitleggen. 

Evaluatie

- Wat ging er goed?

Wat kan er beter?

- Heb je nog vragen?