3M - L8 P1 - verleden tijd zijn, datums

   Deutsch!    
3M 

Les 8 P1
Gutentag!
1 / 35
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

   Deutsch!    
3M 

Les 8 P1
Gutentag!

Slide 1 - Slide

Studienführer
Voorbereiding voor les 8:
maken: Schritt 31




Verwerkingsopdrachten na les 10:
maken: Schritt 32

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Grammatik:
verleden tijd van sein

woordenschat
zinnen
Schritt 31


Slide 3 - Slide

het werkwoord sein verleden tijd
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
war
warst
war
waren
wart
waren

Slide 4 - Drag question

Ik was nooit te laat.
Ich ... nie zu spät.
A
war
B
wart
C
ware
D
seid

Slide 5 - Quiz

Wat waren uw hobby's?
Was ... Ihre Hobbys?
A
waren
B
wart
C
war
D
seid

Slide 6 - Quiz

Is Thomas bij jou geweest?
... Thomas bei dir ............?
A
ist gewest
B
ist gewesen
C
bist gewest
D
bist gewesen

Slide 7 - Quiz

... meneer Karstenberg boos?
... Herr Karstenberg böse?

A
Seid
B
War
C
Sein
D
Wart

Slide 8 - Quiz

Waar waren jullie gisteren?
Wo ... ihr gestern?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

das Ziel
A
de rente
B
de ziel
C
het doel
D
de inhoud

Slide 11 - Quiz

die Mannschaft
A
het team
B
de mannenkamer
C
de mannelijkheid
D
de collega

Slide 12 - Quiz

Die Gegner

Slide 13 - Open question

geweldig

Slide 14 - Open question

witzig

Slide 15 - Open question

het doel

Slide 16 - Open question

Die Gegner waren witzig.

Slide 17 - Open question

Het team was geweldig.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Wiederholung
Hoe drukken we dag(del)en, tijden en data uit  in het Duits?...

Ken jij ze nog?

Slide 20 - Slide

11 uur 's morgens = in het Duits ...
A
am Nachmorgen
B
am Vormittag
C
am Nachmittag
D
am Spätmorgen

Slide 21 - Quiz

3 uur 's middags = in het Duits
A
am Mittag
B
am Nachmittag
C
im Mittag
D
im Nachmittag

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wanneer gebruik je nou
im / am / um ?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Welke datum is dit?
Am 24. 11. 2020
A
Am 24. november 2020
B
Am 24. Novembre 2020
C
Am 24. Novämber 2020
D
Am 24. November 2020

Slide 27 - Quiz

Welke datum is dit?
Am 12. 3.
A
Am 12. Maart
B
Am 12. Mart
C
Am 12. März
D
Am 12. Märt

Slide 28 - Quiz

Welke datum is dit?
Am 7. 1. 2021
A
Am siebte Januar 2021
B
Am siebten Januar 2021
C
Im siebte Januar 2021
D
Am siebte januar 2021

Slide 29 - Quiz

Datum
op 7 mei             =  am siebten Mai  /  am 7. Mai
op 16 oktober  =  am sechzehtnen Oktober / am 16. Oktober
op 31 maart      =  am einundreißigsten März / am 31. März




Slide 30 - Slide

Jaartallen
NL:   Hij werd in 1981 geboren.

Duits:
Er war im Jahr 1981 geboren.
Er war 1981 geboren.
Er war in 1981 geboren.


Slide 31 - Slide

Het is half 3.
A
Es ist eine halbe Stunde nach 2.
B
Es ist Viertel nach Viertel nach 2.
C
Es ist Viertel vor Viertel vor 3.
D
Es ist halb 3.

Slide 32 - Quiz

Het is kwart voor acht.
A
Es gibt 15 Minuten für acht.
B
Es ist Kwart für acht.
C
Es ist Kwart vor acht.
D
Es ist Viertel vor acht.

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide