Taalkunde (ambiguïteit)

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Let op:
Deadline schrijfopdracht 2

Slide 2 - Slide

Geef kikkers een trap (Partij voor de dieren, 2020).

Slide 3 - Slide

Geef kikkers een trap (Partij voor de dieren, 2020).

Slide 4 - Slide

Leerdoelen

Je kent de termen ambiguïteit en intuinzinnen;

Je kent de verschillende vormen van ambiguïteit;

Je kunt ambiguïteit herkennen;

Je kunt ambiguïteit toepassen in een eigen tekst.

Slide 5 - Slide

Ambiguïteit
Je kunt iets op twee manieren opvatten.


Slide 6 - Slide

Ambiguïteit
Ambiguïteit of dubbelzinnigheid betekent dat je woorden, woordgroepen of zinsdelen op meerdere manieren kan vertalen. Soms is dat erg grappig, maar in een officieel document moet je ambiguïteit juist zien te voorkomen.

Slide 7 - Slide

uitleg ambiguïteit (1)
Ambiguïteit  = dubbelzinnigheid. Een zin heeft daardoor twee of meer betekenissen.
Dat kan tot onduidelijkheid voor de lezer leiden. Dat is soms gewenst (grappig, reclame of cabaret), maar vaak ook niet (zakelijke teksten).

Slide 8 - Slide

Op welke manier past de maker van Evert Kwok hier ambiguïteit toe?

Slide 9 - Slide

Ambiguïteit
Ambigue = dubbelzinnig 
(op meerdere manieren op te vatten door bijvoorbeeld):
1) gebruik van homoniem (woord met meerdere betekenissen)
2) woordgroep met meerdere betekenissen
3) Redekundig ontleden
4) onduidelijke verwijzing

Slide 10 - Slide

1. gebruik van homoniem
1) Homoniem:
Aan de diarree? Neem Diacure mee, dat scheelt een hoop!
1) Homoniem:
- Aan de diarree? Neem Diacure mee, dat scheelt een hoop!

2) Woordgroep:
- Het schilderij van Mathilde. (gemaakt door Mathilde, waarop Mathilde is afgebeeld, Mathilde is de eigenaar)

3) Ontleden: 
- Ferdinand groette de man met de pet.

4) Onduidelijke verwijzing:
- Peter ging op vakantie met een oud-collega en zijn vrouw.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Modulewijzer (Teams)
Maak de opdrachten over ambiguïteit.

En/of maak de schrijfopdracht af
Blok 4
Opdracht 1 (voorbeeld)
De oude stal van de dominee maar werd gepakt.

Opdracht 2 (voorbeeld)
'Wat een dreigende lucht'

Opdracht 3 (voorbeeld)
Hij slaat de hond met de stok.

Opdracht 4 (voorbeeld)
Men debatteerde || over hulp aan gehandicapten || in de gemeenteraad.

Men debatteerde || over hulp aan gehandicapten in de gemeenteraad ||.

Slide 15 - Slide