Library File 7; les 2

Library file 7
Cribs
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Library file 7
Cribs

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Je leert het bijvoeglijk naamwoord in het Engels.

Slide 2 - Slide

timer
1:00
Bijvoeglijk naamwoorden

Slide 3 - Mind map

timer
1:00
Adjectives

Slide 4 - Mind map

Adjectives
Bijvoeglijk naamwoorden zeggen iets over zelfstandig nw

beautiful
big
cool
enormous
fantastic
good
= mooi
= groot
= gaaf
= gigantisch
= fantastisch
= goed

Slide 5 - Slide

Plaats in de zin
Het bijvoeglijk naamwoord staat voor het ZN.

Pink is a beautiful colour.
That is a nice friend.

Slide 6 - Slide

Plaats in de zin
Het bijvoeglijk naamwoord komt na deze werkwoorden:
to be
seem
look
smell
taste
sound
That dresser looks nice.
That house seems old.
The colour black is awful.
Used socks smell awful.
Sweets taste lovely.
The new album souds great.

Slide 7 - Slide

fantastisch
mooi
gaaf
enorm
prachtig
oud
gaaf
beautiful
cool
fantastic
great
huge
lovely
old

Slide 8 - Drag question

Maak een goede zin:

room - ugly - is - my

Slide 9 - Open question

Maak een goede zin:

dresser - have - purple - I - a

Slide 10 - Open question

I understand what adjectives are and I think I can use them in sentences.
A
Yes
B
No
C
A little bit
D
HELP!

Slide 11 - Quiz

Einde
questions:
- What is an adjective?
- Why do you use adjectives?

Do exercises until 17

Slide 12 - Slide